'William Tell': epische heldensaga krijgt Guy Ritchie/Zack Snyder-behandeling
Recensie

'William Tell': epische heldensaga krijgt Guy Ritchie/Zack Snyder-behandeling (2024)

Geen legendarische film voor de kruisbooglegende. Wel veel strijd en bloed.

in Recensies
Leestijd: 3 min 5 sec
Update:
Regie: Nick Hamm | Scenario: Nick Hamm | Cast: Claes Bang (William Tell), Golshifteh Farahani (Suna), Connor Swindells (Gessler), Ellie Bamber (Bertha), Amar Chadha-Patel (Furst), Ben Kingsley (koning Albert), Jonathan Pryce (Attenhauser), e.a. | Speelduur: 133 minuten | Jaar: 2024

Ben Kingsley is een fantastische acteur met vier Oscarnominaties voor beste acteur, waarvan hij er één verzilverde. Toch duikt hij de laatste jaren op in matige films. Wanneer hij in een genrefilm verschijnt, is dat vaak al een waarschuwing om de verwachtingen niet te hoog te stellen. In dit soort films zet hij zelden zijn beste beentje voor, het lijkt eerder een snelle manier om te cashen. William Tell vormt daarop geen uitzondering: het is een doorsnee actiefilm met weinig om het lijf.

Volgens de meeste historici heeft Wilhelm Tell nooit echt bestaan, wat filmmakers de vrijheid geeft om hun eigen interpretatie aan de legende te geven. Deze versie laat zien hoe de Zwitser uitgroeit tot een volksheld in de strijd tegen de binnenvallende Oostenrijkers, die zijn rebellie aanwakkeren door zijn familie aan te vallen. Tell verzamelt een klein leger en maakt het ze moeilijk.

De naam Wilhelm Tell roept meestal twee dingen op: de muzikale ouverture van Rossini (die hier niet te horen is) en het legendarische moment dat hij met een kruisboog een appel van iemands hoofd moet schieten. Regisseur en scenarist Nick Hamm maakt van dat laatste een sleutelscène. De film opent er zelfs mee, vlak voor het lossen van de pijl. Daarna springt hij terug in de tijd om te laten zien hoe de titelfiguur in deze situatie is beland.

Visueel bevindt de stijl zich ergens tussen die van Guy Ritchie en Zack Snyder. De kenmerkende Britse machohumor ontbreekt, maar kitscherige slowmotionbeelden blijven gelukkig uit. Wat overblijft, is vrij nietszeggend: gespierde bonken nemen het op tegen Oostenrijkers die hun familie teisteren. De meerderheid met zwaarden en bijlen, maar in het geval van Tell een uitzonderlijk trefzekere pijl en kruisboog.

De film biedt imponerende landschapsbeelden van Zwitserland en Italië (dat moet doorgaan voor de noorderburen), maar met de hedendaagse mogelijkheden van drones is dat nauwelijks een cinematografische prestatie te noemen. Technisch oogt de film verzorgd zonder uit te blinken. Hetzelfde geldt voor het verhaal dat redelijk onderhoudend is.

Het conflict in deze wereld is zwart-wit: Oostenrijkers slecht, Zwitsers goed. Wilhelm Tell vormde een inspiratiebron voor het verhaal van Robin Hood, maar het draait hier om een strijd tussen naties en tussen arm en rijk. De boosaardige sheriff van Nottingham is hier een Oostenrijkse prins, met een handlanger met een hoogblond kapsel om extra onsympathiek over te komen.

Ondanks het vermaak is de film te lang, en zijn er te veel personages. Hamm baseerde zich deels op het toneelstuk over Tell, maar heeft er onvoldoende de schaar in gezet. Dat lijkt een bewuste keuze, zoals blijkt uit de onverwachte cliffhanger vlak voor het einde, die hint naar een vervolg en mogelijk zelfs een hele reeks.

Dat vervolg is onwaarschijnlijk, want laten we eerlijk zijn: personages zoals Wilhelm Tell spreken een modern publiek minder aan dan vroeger. En een verhaal met een overdaad aan personages maakt nog moeilijker om kijkers te binden. Het is leuk dat Jonathan Pryce nog even zijn gezicht laat zien, maar zijn rol als Oostenrijkse sympathisant die zich aansluit bij de Zwitsers, is overbodig. Als zijn personage was geschrapt, zou dat geen verschil hebben gemaakt.

De gevechten en slagen zijn niet mak en er vliegen heel wat bloedspetters in het rond. Toch ontbreekt een duidelijke visie. Hamm toont zich op alle fronten een weinig onderscheidende filmmaker. Het enige waarin hij slaagt, is stoffige materie nieuw leven inblazen zonder het droge kost te laten zijn. William Tell is best een bioscoopbezoek waard, maar een vervolg hoeft echt niet.