Ken Loach staat nu niet direct bekend als een optimistische filmmaker. Het merendeel van zijn films zijn grauwe sociaal-realistische dramas over mensen aan de onderkant van de samenleving. Niet gek dat hij ook wel eens zin had in iets luchtigers. Toen hij in contact kwam met Eric Cantona, die graag eens in een film wilde spelen, was de kogel dan ook al snel door de kerk. Zijn vaste partner Paul Laverty schreef het scenario en Looking for Eric, misschien wel de grootste publieksfilm die Loach ooit maakte, was een feit.
Het begin van Looking for Eric voelt nog aan als een echte Loach-film. We zien een warrige man, duidelijk in shock, zijn auto in de prak rijden. Hij belandt in het ziekenhuis, waar duidelijk wordt dat we hier met Eric Bishop te maken hebben, een postbode uit Manchester die worstelt om zijn hoofd boven water te houden. Bishop draagt sinds het vertrek van zijn tweede vrouw de zorg over twee stiefzoons, die beiden in een opstandige fase zitten en hem niet respecteren. Daarnaast wordt Eric achtervolgd door zijn verleden als hij wordt herenigd met zijn grote jeugdliefde Lily, die hij decennia terug verliet wegens bindingsangst. Als Eric, hartstochtelijk fan van Manchester United, ten einde raad tegen zijn levensgrote poster van Eric Cantona om hulp vraagt, gebeurt het onmogelijke: Cantona bevindt zich plots in levenden lijve in zijn huis.
Cantona, die nog altijd een mythische status geniet onder fans van Manchester United, functioneert in Looking for Eric vooral als het geweten van die andere Eric. Loach maakt al snel duidelijk dat de verschijning van Cantona niets meer is dan de verbeelding van Bishop, waardoor de kijker alle bezwaren over zijn plotselinge verschijning direct overboord kan gooien. En dan kan het genieten beginnen. De scènes tussen Eric en Eric behoren zonder twijfel tot de grappigste in het oeuvre van Loach. Cantona strooit met filosofische levenswijsheden om Eric te helpen richting te geven aan zijn leven en maakt daarbij zijn imago als voetballer op geweldige wijze belachelijk. Om de voetballiefhebber niet tegen het hoofd te stoten, besloten Loach en Laverty in een aantal flashbacks ook de hoogtepunten (dus niet de bekende karatetrap) uit de loopbaan van Cantona te tonen, waardoor zelfs voor de leek duidelijk wordt waarom Cantona zon heldenstatus geniet.
Hoewel Looking for Eric absoluut geen voetbalfilm is, ruimt Loach wel een belangrijke rol in voor een bepaald aspect van het spel: de saamhorigheid. Cantona geeft aan dat een voetballer moet durven vertrouwen op zijn teamgenoten en adviseert Eric hetzelfde te doen als de problemen zich voor hem blijven opstapelen. Wanneer een van zijn stiefzoons betrokken raakt bij criminele activiteiten (een scenariotruc van Laverty die de film dramatischer moet maken), gaat hij dan ook te rade bij zijn vrienden, aangevoerd door de forse Meatballs (een zeer geestige rol van John Henshaw). Samen met hen probeert hij zijn leven weer op orde te krijgen en zijn zoon uit de problemen te halen, iets wat resulteert in een fantastische ontknoping, die even absurd als hilarisch is.
Zoals we van Loach bekend zijn, haalt hij ook in Looking for Eric weer het beste uit zijn acteurs. Pratend met een fors accent, is de onbekende Steve Evets goed op dreef en weet hij een personage dat soms alle verkeerde beslissingen neemt, toch sympathiek te maken. Het meeste indruk maakt echter Stephanie Bishop als de grote liefde van Eric. De scènes waarin de twee na al die jaren weer naar elkaar toe groeien, zorgen voor de ontroerende momenten in de film. Hoewel Looking for Eric niet helemaal perfect is (de dramatische ontwikkelingen in het tweede deel doen wat geforceerd aan), is de film voor het overgrote deel een prachtig humanistisch portret van een man die doet wat hij kan om zijn hoofd boven water te houden. Dat Eric Cantona dan ook nog van de partij is, is niets meer dan een extra reden om deze film te gaan zien.