Aankomende april is het tien jaar geleden dat de legaliteit van euthanasie in Nederland wettelijk werd vastgelegd. Een relatief korte periode, maar wel een waarin een aanzienlijk aantal prestigieuze films over dit thema is uitgebracht. Mar Adentro, Les Invasions Barbares en Million Dollar Baby haalden er Oscars mee binnen en in Nederland waren er Gouden Kalveren voor Komt een Vrouw bij de Dokter en Simon. De kans dat De Goede Dood eveneens een van die prijzen zal binnenhalen lijkt klein; daarvoor komt de film teveel als mosterd na de maaltijd. Prima mosterd weliswaar, maar de maaltijd is nu toch echt wel voorbij.
In De Goede Dood zien we een vijftal vrienden en familieleden van de terminaal zieke Ben samenkomen in zijn huis. De klok tikt af want in de ochtend zal Ben geëuthanaseerd worden. Tijdens deze laatste avond ligt de focus niet zozeer op degene die de goede dood zal sterven, maar op de omringende personages en wat zijn zelfverkozen dood voor hen betekent. Zo heeft dochter Sam het er zeer zwaar mee, terwijl verstandelijk gehandicapte broer Ruben de situatie nauwelijks lijkt te begrijpen. Voor Bens andere broer, de joviale zakenman Michael, betekent het een weerzien met zijn ex Hannah, die Bens vriendin is geworden in diens laatste levensfase. Iedere scène waarin dit tweetal zich in dezelfde ruimte bevindt, leidt dat tot heerlijk bijtende opmerkingen over en weer. Het is makkelijk om hierin mee te gaan, al scheert hun gehakketak soms rakelings langs de irritatiegrens.
Een van de dingen die tussen hen speelt is Michaels angst dat Hannah er met Bens erfenis vandoor gaat. Een bijzonder vreemde gedachtekronkel, want de twee zijn niet getrouwd en Ben laat een meerderjarige dochter na. Het ligt dus voor de hand dat die gewoon alles krijgt. Wat een stuk beter uit de verf komt, is Michaels ongenoegen dat hij in eerste instantie niet was uitgenodigd of zelfs maar op de hoogte gesteld van zijn broers euthanasie. Hij blijkt het daar echter wel enigszins naar gemaakt te hebben. Niet alles wordt uitgesproken maar er worden diverse hints gegeven die het oud zeer tussen de twee broers verklaren.
Zoals de beperkte setting doet vermoeden, is De Goede Dood een verfilming van het gelijknamige toneelstuk. Alle acteurs uit dat stuk hernemen hun rol en het is dan ook te zien dat ze goed op elkaar zijn ingespeeld. Echter, hun wijze van acteren en het feit dat op de regiestoel dezelfde persoon zetelt als in het theater, geeft de film net te vaak het aanzien van een gefilmd toneelstuk. En waar bij theater juist gespeeld moet worden binnen de beperkende marges, daar biedt film als medium een stuk meer mogelijkheden. Helaas worden die hier niet volledig benut. Zo is de focus op de omringende personen een aardige invalshoek, maar een film als Simon liet zien dat het een het ander niet hoeft uit te sluiten; in die film leerden we het titelpersonage immers net zo goed kennen als alle kleurrijke figuren die hem omringden.
Een ander punt waarop Simon excelleerde is de eindscène. Die film sloot af met een verrassend artistieke scène die alles zei over hoe het hoofdpersonage met zijn dood omging. De Goede Dood komt op dat punt helaas niet verder dan de gebeurtenissen letterlijk weergeven zoals ze zich voordoen. Op een zeker moment vraagt Sam haar vader de euthanasie 's avonds te laten plaatsvinden, in plaats van in de ochtend. Wanneer die daar niet van wil horen, stelt zij op hartverscheurende toon de vraag: "Wat moet ik dan de rest van de dag?" Een krachtig stukje schrijfwerk, maar je kunt deze vraag ook terugkaatsen naar de makers: wat verwachten die dat de kijker na afloop moet doen, of mee naar huis neemt? Simon werkte als film over euthanasie, omdat het vooral een viering van het leven was. De Goede Dood presenteert enkel de kale feiten.