Drew Goddard (schrijver/regisseur) en Joss Whedon (schrijver/producent) hebben samen met The Cabin in the Woods een van de beste en zowaar origineelste Amerikaanse horrorfilm van de afgelopen jaren gemaakt. Gewapend met een vindingrijk, humoristisch script vol spitsvondigheden gaat de film genreclichés te lijf en slaagt erin zowel zeer grappig als af en toe eng te zijn. Het leukst is The Cabin in the Woods als je er zo min mogelijk vanaf weet, dus misschien kun je beter eerst de film bekijken voordat je verder leest. Niet vanwege één grote twist, maar omdat er voortdurend met verwachtingen wordt gespeeld.
Voor degenen die bekend zijn met het eerdere werk van Joss Whedon en Drew Goddard zullen de kwaliteit en intelligentie van de film niet als verrassing komen. Whedon speelde al eerder met verwachtingen en het horrorgenre in zijn series Buffy the Vampire Slayer en Angel. Hier leerde Goddard voor het eerst de kneepjes van het vak. Meteen vanaf het begin speelt het duo open kaart: de film opent in een groot instituut waar mannen in witte jassen een groots evenement voorbereiden. Welk evenement? Vijf jonge mensen die een weekend in een afgelegen hut in een groot bos gaan doorbrengen.
Alle vijf zijn het archetypische personages zoals je zo vaak in dit genre ziet. Er is een standaardscène waarin de studenten zich voorbereiden op het weekend en vertrekken, maar terwijl ze wegrijden zien we iemand op het dak zitten die doorgeeft dat alles volgens plan gaat. Meteen is duidelijk dat we hier niet met een doorsnee horrorfilm te maken hebben. Eén van de studenten wordt gespeeld door Chris Hemsworth en zijn aanwezigheid heeft de film gered van de vergetelheid. The Cabin in the Woods werd namelijk al enkele jaren terug opgenomen maar belandde onuitgebracht op de plank van de studio.
Doordat Hemsworth sindsdien gecast werd als Thor en Whedon The Avengers ging regisseren, wordt de film gelukkig alsnog uitgebracht om te profiteren van de hype rondom Whedons superheldenfilm die volgende week uitkomt. Hemsworth is niet de ster van deze film, dat zijn toch de makers en hun geestige alter ego's, de twee doktoren die het lot van de tieners op monitoren volgen. Hun manipulatie van en controle over de omstandigheden en omgeving van de slachtoffers is voortdurend hilarisch en scherp commentaar op hoe de regels van horrorfilms werken, hoe filmmakers daaraan meewerken en hoe de kijker daar ook medeverantwoordelijk voor is.
Het is knap hoe er telkens weer succesvol van toon wordt gewisseld tussen hun situatie en die van de tieners op locatie. Hoewel humor altijd aanwezig is, voert die bij de doktoren altijd de boventoon terwijl de tieners in een meer Evil Dead II-sfeer leven, waarbij de humor plots kan omslaan in echte spanning. The Cabin in the Woods is Whedon ten voeten uit: geslaagd gelaagd entertainment waarbij je kan genieten van het hele product of alleen de oppervlakte, wat je maar wilt. Het is zowel een boeiende film over waarom we horror nodig hebben (of in ieder geval waarom we ernaar kijken) alsmede een heerlijke horrorkomedie met een fantastische derde akte. Het is te hopen dat hij eenzelfde interessante bijdrage aan het superheldengenre kan leveren komende week.