Begin negentiende eeuw verscheen voor het eerst de Duitse volksvertelling Sneeuwwitje in boekvorm. Opgetekend door de gebroeders Grimm groeide het verhaal over een meisje met een sneeuwwitte huid, gitzwarte haren en een boosaardige stiefmoeder met een voorkeur voor rotte appels uit tot één van de bekendste sprookjes. Het verhaal onderging in de loop der jaren minieme veranderingen en kreeg als eerste avondvullende animatiefilm halverwege de jaren dertig van de vorige eeuw door de visie van Walt Disney geheel nieuw elan en nog meer aanpassingen. Disneys Snow White and the Seven Dwarfs vormde haast de definitieve versie waar vele latere verfilmingen mee vergeleken of aan afgemeten zouden worden.
Al in het tijdperk van de zwijgende film, 1916 om precies te zijn, verscheen er een verfilming van een toneelbewerking van het wereldberoemde sprookje. Het vormde bovendien de basis voor Disneys versie. Met het hernieuwde succes van de sprookjesverfilmingen was het helemaal niet zo'n slecht plan om Sneeuwwitje maar weer eens van stal te halen. In de zwijgende Spaans-Franse coproductie Blancanieves van Pabo Berger vallen weer heel wat nieuwe invalshoeken te bespeuren. De zeven dwergen zijn bijvoorbeeld vervangen door zes kleine rondtrekkende artiesten, van wie er één in vrouwenkleding gehuld gaat. De boze stiefmoeder Encarna is een verwend kreng dat helemaal geen spiegel nodig heeft om te weten te komen dat de verbannen Carmen nog in leven is en misschien wel de mooiste in het land is. Daar gebruikt Encarna de media en de bladen voor. Het hele verhaal speelt zich bovendien af in en om het Sevilla van de jaren twintig en Carmen, door de dwergen Blancanieves gedoopt, is een stierenvechtster die in de voetsporen van haar vader treedt.
Blancanieves is geen poging om de gloriedagen van de zwijgende film te evenaren. Berger was er al helemaal niet op uit om een slaatje te slaan uit het succes van The Artist. Hij was namelijk al bezig met dit project toen de prijzenregen over het meesterwerk van Michel Hazanavicius neerkwam. Met veel tragiek wordt het levensverhaal van de getroebleerde, maar immer positief ingestelde Carmen in drie bedrijven geschetst. Haar geboorte, zo blijkt al uit de intense proloog, was al een voorbode van een zwaar leven. Vader Antonio Villalta is een geliefd toreador die in een rolstoel belandt tijdens een arenagevecht. Zijn zwangere vrouw kijkt getergd toe en wordt in allerijl afgevoerd naar het ziekenhuis, waar ze haar leven verruilt voor dat van haar dochter. Verpleegster Encarna ziet haar kans schoon en eigent zich een plek toe in het leven van de treurende weduwnaar. De kleine Carmen groeit op onder de liefdevolle vleugels van haar grootmoeder, maar zal al snel oog in oog komen te staan met haar wrede stiefmoeder.
Berger investeert buitengewoon veel tijd in de jeugdjaren van zijn heldin. Carmen heeft echter ook op jongvolwassen leeftijd een getergd bestaan, vormgegeven met veel gevoel voor (melo)dramatiek dat echter ook gekenmerkt wordt door girlpower en een positieve levensinstelling. Hoe grondig en invoelend dit ook door Berger wordt aangepakt, het haalt wel op kritieke momenten het tempo uit het verhaal. De grote bekendheid van het bronmateriaal helpt dan ook niet. De extravagante Maribel Verdú zorgt in de rol van stiefmoeder voor de nodige pit en is een genadeloze bitch die enkel handelt uit eigenbelang en hierbij geen middel schuwt. De aankleding is gotisch en weelderig, omlijst met veel schaduwen en close-ups. Dit wordt gecompleteerd met een muur van extravagante muziek van Alfonso de Villalonga. Blancanieves knipoogt naar het zwijgende werk van de Duitse meesters, Chaplin en de Amerikaanse zwart-witfilms van Alfred Hitchcock. Het is de ultieme hommage aan de gloriedagen van de zwijgende cinema, die met ongekend veel liefde en vakmanschap is gemaakt.