Het conflict in het Midden-Oosten is zo complex dat er zelfs na tien jaar geschiedenisboekjes lezen geen touw aan vast te knopen valt. De pijn, haat en verdriet zit bij zowel de Palestijnen als de Israëliërs zo diep dat een oplossing verder weg lijkt dan ooit. De Israëliërs willen vrede en ons land, wordt er in de Palestijnse media geroepen in de heftige oorlogsthriller Bethlehem, maar allebei kan niet, zo wordt eraan toegevoegd. Debuterend filmmaker Yuval Adler doet zijn stinkende best om geen partij te kiezen in een vertroebeld en bitter conflict waarin geen goede en slechte partijen zijn. Zowel de werkwijze van de Israëlische geheime dienst als de Palestijnse strijders, al dan niet vertegenwoordigd in terroristische groepen, worden verbeeld. Hun missies zijn zo diffuus dat het publiek dat niet is ingelezen confuus de bioscoopzaal uitloopt.
En de bedoelingen van de filmmaker waren nog wel zo goed. In de openingstekst legt hij ons uit dat de geheime dienst gebruikt maakt van Palestijnse infiltranten in onder meer de Westelijke Jordaanoever. Geheimagent Riza is in dienst van de veiligheidsdienst Sjien Beet (tegenwoordig ook wel bekend als Sjabak) die zich bezighoudt met (contra)spionage. Een jaar of twee geleden heeft hij de toen vijftienjarige Palestijnse Sanfur gerekruteerd. Ontdekking van de geheime spionage in en om het Palestijnse Bethlehem zou deze Sanfur duur kunnen komen te staan. Een lotgenoot is gruwelijk gemarteld en vermoord toen diens geheime praktijken aan het licht kwamen. Maar de dappere jongen komt in een steeds lastiger pakket te zitten als zijn oudere broer Ibrahim wordt opgejaagd door de Israëliërs in verband met de vermeende betrokkenheid bij een bloederige aanslag in het centrum van het tien kilometer noordelijker gelegen Jeruzalem.
Lange tijd richt Adler zich primair op het mentorschap dat zich tussen Riza en Sanjur heeft ontwikkeld. Riza is de grote broer die vloeiend Arabisch spreekt en zijn Palestijnse beschermeling liefkozend aanspreekt met habibi. De geheimagent prijst het intellectuele en strategische vermogen van Sanjur, maar continu dringt zich de vraag op of hij de jongen niet gewoon gebruikt. Bethlehem, waarin de christelijke betekenis van het kleine stadje geen enkele rol speelt, wordt echter een stuk ingewikkelder als de focus verschuift naar Sanjur en zijn familie en vrienden. De Palestijnse situatie is uiterst complex. Er wordt gesproken van de Palestijnse Autoriteit die alles netjes volgens de regels wil doen, maar eveneens vatbaar is voor machtswellust en corruptie. Dan is er nog het terroristische Hamas en de Al Aqsa-brigade waar Ibrahim zich mee inlaat. Het enige wat Adler ermee duidelijk weet te maken is dat de Palestijnse kwestie meerdere gezichten en invalshoeken kent.
De filmmaker verdient lof voor zijn pogingen de ingewikkelde zaak vanuit de twee tegenstrijdige kampen te belichten, maar dit heeft tot gevolg dat het al snel duizelt voor zijn kijkers. Daar komt bij dat Bethlehem boven alles een spannende oorlogsthriller moet zijn waarbij de nadruk zou moeten liggen op de verhouding tussen Riza en Sanjur en Sanjurs loyaliteitsspagaat. Spectaculaire actiescènes, zoals de klopjacht op Ibrahim, hebben niet de gewenste impact omdat ze worden overschaduwd door pogingen van de kijker om alles op een rijtje te zetten. Het grootste euvel van deze groots aangepakte actiethriller is dat de makers zo diplomatiek en evenwichtig proberen te zijn dat ze hun punt missen. Dit ligt ook deels besloten in de onderwerpkeuze. Als Adler een kant had gekozen had dit hem op veel kritiek komen te staan. Bethlehem was de Israëlische inzending voor de Oscars in 2013. Tot een nominatie kwam het niet. Het is een actievehikel met interessante kantjes die vooral illustreert hoe uitzichtloos het conflict is. Pas in de slotscène heeft Adler de kern weer te pakken. Schromelijk te laat.