In augustus 2019 weigerde de Iraanse judoka Saeid Mollaei zich terug te trekken uit een wedstrijd op het WK judo 2019 in Tokio, omdat hij kans maakte om in de finale te moeten strijden tegen de Israëlische judoka Sagi Muki. Vanuit de Iraanse overheid was er druk op Mollaei uitgeoefend, maar de man wilde koste wat het kost strijden voor een medaille. Dit incident inspireerde de Israëlische regisseur Guy Nattiv tot het maken van Tatami. Hij gaf er wel een draai aan. Hij fictionaliseerde het incident en situeerde het in het vrouwenjudo. Een film die je moet zien.
De gekwelde heldin van het verhaal is Leila Hosseini, een Iraanse judoka die gelooft dat ze in perfecte conditie verkeert om medailles te halen. Dat bewijst ze ook tijdens haar eerste kamp tijdens het wereldkampioenschap in de Georgische hoofdstad Tbilisi. Maar dan krijgt haar coach Maryam, een voormalige belofte in het judo die haar kansen nooit kon verzilveren, een telefoontje van de Iraanse judobond. Leila moet een blessure veinzen en onmiddellijk het kampioenschap verlaten, want de kans bestaat dat ze moet aantreden tegen een Israëlische. Een nederlaag voor Iran zou flink gezichtsverlies betekenen voor het regime.
Leila denkt er niet aan om de uitkomst te vervalsen of de strijd te staken. Ze heeft immers enorm hard moeten werken om zover te geraken. Dat maakt de judobond zeer zenuwachtig en Maryam krijgt te horen dat ze moet denken aan haar land en aan de gevolgen voor haar en Leila's familie. Niet alleen Leila, maar ook Maryam staat nu voor een dilemma. Beide vrouwen weten tot wat het regime in staat is, maar als sportvrouwen hebben ze hun eer te verdedigen. Ze hebben geleerd om te vechten en nooit op te geven.
Vanwege de genderswitch vroeg Guy Nattiv, bekend van Skin en Golda, twee Frans-Iraanse actrices om hem bij te staan: Elham Erfani voor het scenario en Zar Amir Ibrahimi, die in Cannes 2022 de hoofdprijs kreeg voor haar rol in Holy Spider, voor de regie en de montage. Een heel slimme artistieke beslissing, want zo kan niemand Nattiv verwijten dat hij een film vanuit pro-Israëlisch en strikt mannelijk standpunt heeft gemaakt. De film kiest de zijde van vrouwen die naar de pijpen moet dansen van een regime dat hier uitsluitend vertegenwoordigd wordt door dreigende mannen.
Door hun film in groezelig zwartwit - meer zwart dan wit - te draaien, verbinden Nattiv en Ibrahimi hun politieke sportdrama aan het filmnoirgenre. Tatami doet zelfs denken, en dat is geen toeval, aan The Set-up, de klassieker van Robert Wise uit 1949 over een bokser (Robert Ryan) die van de maffia een wedstrijd moet verliezen. Beide films hebben ook een real-time narratieve structuur. De zwartwitlook benadrukt bovendien de nachtmerrie waarin Leila zich bevindt.
Tatami bevat dus enorm veel lagen en laat zich bekijken als een nagelbijter. Maar achteraf blijft vooral de oproep voor meer vrouwenrechten in Iran het meest bij. De film werd in het geheim gedraaid op het moment dat er in Iran wijdverbreide protesten uitbraken na de dood van tweeëntwintigjarige Mahsa Amini. Zij werd door de religieuze politie vermoord omdat ze de verplichte hijab niet droeg. Dat heeft nadrukkelijke sporen nagelaten in deze prent. Het afnemen van de hijab door enkele vrouwen in de film voelt niet alleen aan als een enorme bevrijding, maar functioneert daarbij als een sterk feministisch en politiek statement.