The Road is één van de beste apocalypsfilms aller tijden. De film over een verschroeide aarde is bruut, rauw en vooral heel realistisch. De nieuwe film Breathe ontleent overduidelijk veel elementen aan het meesterwerk met Viggo Mortensen. Hij valt echter in dezelfde valkuilen als vrijwel elke andere ondermaatse films over het einde van de wereld.
In de nabije toekomst is het zuurstofniveau op aarde gekelderd naar slechts vijf procent. Maya en Zora kunnen gelukkig in een bunker overleven door een zuurstofgenerator die hun briljante echtgenoot en vader, Darius, heeft ontworpen. Darius is echter al vijf maanden vermist, vermoedelijk dood. Hun relatief comfortabele leventje komt bovendien in gevaar als twee vreemden voor hun deur staan en naar de zuurstofgenerator willen kijken om hun eigen commune te redden.
Vanaf de allereerste scène is duidelijk dat dit géén goede film is. Darius en zijn vader verkennen het verschroeide gebied, waarbij Darius' vader door een verrotte vloer valt. Zijn zuurstofmasker valt af en hij stikt. De sequentie is overdreven dramatisch en wordt daardoor komisch. Niet bepaald de toon die regisseur Stefon Bristol voor ogen moet hebben gehad.
De film speelt zich voornamelijk af op twee locaties en beide zijn overduidelijk nep. De buitenwereld is gefilmd in een goedkoop ogende soundstage en de bunker lijkt bijzonder veel op het Spy Kids-lab. Er is wel wat moeite gedaan om de thematiek in de studiodecors te verwerken, maar zelfs daarin raakt de film de verkeerde snaar.
Breathe is een dramaqueen van een film. Als de personages zich als normale mensen hadden gedragen, hadden ze ieder conflict eenvoudig kunnen oplossen. Dit is geen Mad Max-apocalyps, waar iedereen gestoord is geworden, dit is een (poging tot een) serieuze drama-thriller. Er zit geen ademruimte tussen de dialogen; iedereen praat voortdurend door elkaar heen. De film is bijna niet te volgen en dat doet afbreuk aan de toch al schamele spanningsopbouw.
Ook het acteerwerk is afgrijselijk. Hoewel aardig wat getalenteerde acteurs de revue passeren, is duidelijk dat Bristol niet in staat is dat talent te benutten. Vooral Sam Worthington is beschamend slecht. Hij moet een intimiderende psychopaat voorstellen, maar hij komt over als een slechte Jim Carrey-imitatie.
Stefon Bristol werkte mee aan Spike Lees BlacKkKlansman en Lee produceerde zijn debuutfilm See You Yesterday. Zijn bewondering voor de invloedrijke regisseur is duidelijk. Tegen het einde gebruikt hij Lees iconische 'double-dolly shot' en de thematiek gaat veel over ras. Zora laat zich inspireren door Malcolm X en op enkele muren is "We can't breathe" te zien.
Behalve dat het citaat een vrij smakeloze verwijzing naar George Floyd is, staat het rassenthema los van de rest. Er is vast een academische analyse te maken van wat de film zegt over de hedendaagse situatie van zwarte Amerikanen, maar er is geen enkele connectie tussen het thema en het verhaal. En als het daar wél over gaat, is het uitermate pretentieus en verschrikkelijk gecommuniceerd.
Vergis je niet in de entertainmentwaarde van Breathe. Als je denkt dat je naar adem moet happen van het lachen, kun je beter The Room opnieuw kijken. Hoewel enkele momenten onbedoeld grappig zijn, voelt de anderhalf uur lange film als een twee uur durend fiasco.