De Poolse componist Fryderyk Chopin, die zijn voornaam verfranste tot Frédéric, schreef weliswaar enkele orkestwerken en Poolse liederen, maar wordt vooral herinnerd om zijn pianowerken. Zijn vele etudes, nocturnes, mazurka's, polonaises en ballades behoren tot de mooiste maar ook moeilijkste in de muziekgeschiedenis. Chopin gunde zijn uitvoerders nauwelijks rust, want zijn stukken kenmerken zich door lange muzikale strofen en oneindig veel versieringen. Veel pianisten trainen hun hele leven op de pianostukken van Chopin, maar de allergrootsten begonnen er al mee op zeer jonge leeftijd.
Eens in de vijf jaar vindt in de Poolse hoofdstad Warschau de gerenommeerde International Chopin Piano Competition plaats. Het concours begon in 1927 en heeft al veel grote pianisten opgeleverd. De documentaire Pianoforte - voor wie niet thuis is in muziekterminologie: dit betekent 'zacht-hard' - volgt enkele jonge pianisten die aan deze wedstrijd deelnemen. Bizar, merkt een van hen op, dat het spelen van de mooiste pianomuziek ter wereld als een wedstrijd wordt opgevat.
Pianospelen op dit niveau blijkt ware topsport, waarvoor naast het lichaam ook de geest in optimale vorm moet zijn. Afleiding kunnen de deelnemers dus niet gebruiken, wat lastig is met de grote media-aandacht voor het festival. Ook het competitie-element is niet bepaald bevorderlijk voor de zenuwen en dat veel geoefend in ongemakkelijke hotelkamers en piepkleine huiskamers evenmin. Niet iedereen blijkt bestand tegen de immense druk.
In totaal doen er zevenentachtig kandidaten mee aan de eerste van de vier rondes. Slechts veertig van hen schoppen het een level verder. Regisseur Jakub Piatek heeft ervoor gekozen enkele deelnemers van achttiende editie in 2021 te volgen, niet wetende hoe ver ze het zouden schoppen in de wedstrijd. Onder hen zijn de Russisch-Armeense Eva, de Poolse Marcin, de Chinese Hao Rao en de uit Italië afkomstige Leonora.
Piatek verliest zich in zijn eigen concept, door van de hak op de tak te springen tussen de verschillende geportretteerden. Hun achtergrond wordt nauwelijks duidelijk, hun onderlinge contacten evenmin. Het gevoel bekruipt dat Piatek beter een enkele kandidaat had kunnen volgen, dan maar met het risico dat deze vroegtijdig zou afvallen.
Kenners van Chopins werk herkennen mogelijk enkele intro's of loopjes, maar Pianoforte staat verder nauwelijks stil bij de muziek van de Poolse meester. De deelnemers zullen ongetwijfeld steengoed zijn in de uitvoering, maar de liefhebber van pianomuziek moet zijn heil elders zoeken. De documentaire zou zo veel meer emotie bevatten als deze af en toe eens wat meer dan vier maten van een werk van Chopin liet horen.
Het is Piatek dus meer te doen om de competitie dan om de schoonheid van Chopins werk. Prima natuurlijk dat daar de nadruk op is komen te liggen, maar dan moet er wel focus zijn. Die ontbreekt volkomen; Pianoforte bevat slechts flarden van de heksenketel die deze prestigieuze pianowedstrijd is.
Pianoforte is te zien bij HBO Max.