Mothering Sunday
Recensie

Mothering Sunday (2021)

Meanderende structuur ondermijnt de melancholieke sfeer en mijmerende sensualiteit.

in Recensies
Leestijd: 2 min 28 sec
Regie: Eva Husson | Scenario: Alice Birch | Cast: Odessa Young (Jane Fairchild), Josh O'Connor (Paul Sheringham), Colin Firth (Mr. Godfrey Niven), Olivia Colman (Mrs. Clarrie Niven), Sope Dirisu (Donald) e.a. | Speelduur: 110 minuten | Jaar: 2021

Het melancholieke Mothering Sunday maakt indruk met meanderende momenten. Maar de mijmerende montage maakt het ook moeilijk om het geheel te overzien. Het door elkaar laten lopen van drie verhaallijnen versterkt soms de dromerige sfeer, maar verbreekt hem ook regelmatig door onnodig verwarring te zaaien. In plaats van opgezogen te worden zit je te puzzelen.

We volgen voornamelijk dienstmeid Jane Fairchild op Moederdag 1924, een warme dag op het Britse platteland. Volgens traditie krijgen dienstmeisjes die dag vrij om hun moeder op te zoeken. Jane is echter wees, dus heeft de dag voor zichzelf. Alle lokale adel gaat samen lunchen, dus kan ze die vrijheid gebruiken voor een uitgebreide vrijpartij met de zoon van het naburige landgoed, Paul Sheringham.

Hij is de enige nog levende jongeman van adel in de wijde omtrek, de rest is allemaal omgekomen tijdens de Eerste Wereldoorlog. De schaduw van de dodelijke tol trekt nog altijd over deze landgoederen, ook op deze warme, zonovergoten dag. Alle rijkdom kan deze oudere mensen niet beschermen tegen de pijn van het gewelddadige verlies van de jongere generatie. Daar is geen enkele hoeveelheid dure wijn tijdens de rijke lunch tegen opgewassen.

Regisseur Eva Husson en cinematograaf Jamie Ramsay creëren met mooie, zonnige belichting en expressieve kadrering een dromerige, lome sfeer. Die komt het best tot uiting in en rondom het landhuis van de Sheringhams, waar Jane en Paul samenkomen, en zij na zijn vertrek nog een tijd rondloopt. Er hangt sensualiteit in de lucht, evenzeer dankzij het camerawerk als hun seksualiteit. Ook de bloemen in de hal van het huis worden soms bijna tastbaar sensueel.

Daarom is het jammer dat deze sfeer regelmatig kort wordt onderbroken door twee andere tijdslijnen. Een met Jane Fairchild een paar jaar later, terwijl ze in een boekenwinkel werkt, schrijfster is en een nieuwe man heeft. En eentje met haar op oudere leeftijd, gebukt achter een typmachine. Vooral in het begin werkt dit verwarrend, omdat de tijd en plaats van deze verhaalonderdelen pas tegen het einde geduid worden.

Ook de functie en thematische relevantie van de fragmentarische structuur en vertelstijl worden dan pas duidelijk. Een chronologische vertelling had de sfeer en het mooie camerawerk van het Moederdaggedeelte allicht beter tot hun recht laten komen, maar dan waren de twee latere delen mogelijk nog meer een koude douche geweest.

Het verhaal op die ene zondag had op zichzelf een sterke, sensuele film over liefde, klasse en verlies kunnen vormen. Nu wordt dat voortdurend ondermijnd door de raamvertelling in een raamvertelling. Medeschuldige hieraan is het gelijknamige boek van Graham Swift waarop Husson en scriptschrijver Alice Birch zich baseerden. In deze vorm komt Mothering Sunday vooral over als een oppervlakkiger Atonement, met minder oorlogsbeelden en geen seksueel misbruik, maar ook minder literaire zeggingskracht waar het uiteindelijk allemaal om draait.