Police
Recensie

Police (2020)

Een politieverhaal met meer vorm dan inhoud, en vooral veel verspild talent.

in Recensies
Leestijd: 3 min 14 sec
Regie: Anne Fontaine | Scenario: Claire Barré en Anne Fontaine | Cast: Virginie Efira (Virginie), Omar Sy (Aristide), Grégory Gadebois (Erik), Payman Maadi (Asomidin Tohirov), Elisa Lasowski (Sonia), Emmanuel Barrouyer (gewelddadige man), Anne-Pascale Clairembourg (Martine), Anne-Gaëlle Jourdain (nalatige moeder), e.a. | Speelduur: 98 minuten | Jaar: 2020

Wie kan naar de geinponem van Omar Sy kijken zonder aan de megahit Intouchables terug te denken? Hij wordt gekoppeld aan de rijzende Franse ster Virginie Efira, die ook te zien zal zijn in het langverwachte Benedetta van Paul Verhoeven. Police laat ons proeven wat een Franse smeris zoal op zijn bordje krijgt. Maar vooral is het belangrijk dat we eerst even goed meekrijgen dat zij ook maar mensen zijn, imperfect zoals jij en ik. En wat ze doen is mensenwerk.

Drie agenten krijgen een nachtdienst door de neus geboord. Allereerst Virginie, die weinig zin heeft om thuis te zijn met haar man. Zeker nu ze zwanger is van een ander. Haar iets te amicale collega Aristide worstelt met paniekaanvallen. Het meest gewillig van de drie is echter Erik, een agent van de oude stempel, die tijdens de lunch een glas sterke drank bestelt om er alleen maar even aan te ruiken. Daarna mag 't weggespoeld worden. Pas wanneer ze onderweg zijn, hoort Virginie wat ze precies gaan doen: een uitgeprocedeerde asielzoeker op het vliegtuig terug naar Tadzjikistan zetten.

Het is altijd lastig om te bepalen wat er verklapt mag worden in een recensie. In het geval van Police is dat extra uitdagend: het plot - waar het althans echt interessant begint te worden - speelt pas een rol wanneer de speeltijd al dik op de helft is. De promotiecampagne windt er geen doekjes om wat er in die laatste drie kwartier op het spel staat. Maar er zijn weinig slechtere redenen om iets lulligs te doen dan 'als zij het doen, dan mag ik het ook!' Dus wat in de tweede helft van de film gebeurt blijft in deze recensie grotendeels een mysterie.

De film begint met een vertelwijze die interessant kan uitpakken: we volgen de drie hoofdpersonen een voor een, en krijgen zo verschillende gebeurtenissen vanuit steeds een andere invalshoek te zien. Het stelt ons in elk geval in staat om elk van hen beter te leren kennen. Maar waarom ervoor is gekozen om sommige dingen die ze samen meemaken opnieuw te laten zien? Hun perspectieven verschillen nou ook weer niet zo veel, dus het is vrijwel nergens echt van toegevoegde waarde. Er is geen complex verhaal dat zich daardoor langzaam ontvouwt.

De tweede helft van de film zitten de drie hoofdpersonen samen met de vluchteling in een auto, dus is het wisselende perspectief weg. En met goede reden. Wat we hebben geleerd over het diendertrio komt echter nauwelijks meer naar voren in deze tweede helft. Hun privélevens, noch hoe hun dagdienst hiervoor zich heeft ontwikkeld, verklaren hun gedrag in dit segment. Dan gaan die eerdere leuke verteltrucs al gauw rieken naar interessantdoenerij. Het verhaal zou meer gebaat zijn bij een gegrondere aanpak. Zelfs als je de twee helften op zichzelf goed vindt werken, moet je erkennen dat de samenhang ver te zoeken is. En regisseur Anne Fontaine kan beter, dat weten we. Ze heeft immers al films als Coco Avant Chanel en Les Innocentes op haar cv staan.

Maar soit. Het is niet alleen kommer en kwel. Omar Sy is Omar Sy. Als je een beetje kunt smelten van zijn warme présence, misstaat hij nooit in een film. Zijn tegenspeelster Efira heeft de ingewikkeldste rol, en diept de verschillende lagen daarin uitstekend uit. Ook als die lagen er minder toe doen. Gadebois belichaamt de strenge tegenstem. Met zijn norsige tronie biedt hij een sterk weerwoord tegen de onconventionele aanpak van zijn jongere collega's. Aan het acteerwerk in deze film ligt het dus niet. Het is vooral vervelend om al dit talent verspild te zien worden in een matig filmpje.