Als kind moest regisseur Maartje Nevejan aan een EEG-apparaat. Haar vader wist zeker dat de momenten waarop zij even op tilt leek te staan niet normaal waren. Met de elektroden op haar hoofd bleek wat er aan de hand was. Ze lijdt aan absence-epilepsie. Een paar seconden lijkt ze helemaal van de wereld en daarna gaat ze weer door alsof er niets aan de hand is. Jaren later kreeg haar zoon Abel dezelfde diagnose. Nu ook hij bijna volwassen is, grijpt ze de kans aan om over deze aandoening een documentaire te maken, het bijzondere Ik Ben Er Even Niet.
Absence-epilepsie ontstaat net als andere vormen van epilepsie door een kortsluitinkje in de hersenen. Nevejan volgt nog een aantal anderen die aan deze hersenafwijking lijden. Hoe ze meedoen aan medisch onderzoek en aan een speciaal kunstproject - If You Are Not There, Where Are You? - dat in schilderijen en beelden vangt wat iemand tijdens zo'n absence ongeveer meemaakt. Toepasselijk, want als kind zei Abel toen hij een bepaald kunstobject zag: "Zo voelt het!" En Maartje Nevejan wist meteen precies wat hij daarmee bedoelde. Kunst kan soms zichtbaar maken wat onbeschrijflijk is, de gaten invullen waar de taal van de wetenschap net niet toereikend is. En het beschrijven is onvermijdelijk raar.
Iedereen heeft een andere beleving bij absences. Zoon Abel heeft er zijn fascinatie met sterren en in het bijzonder zwarte gaten, het ultieme voorbeeld van afwezigheid, aan te danken. Een jonge vrouw denkt steeds dat ze wordt achtervolgd door een wolf met gele ogen. Weer een ander heeft steeds een muziekje in haar hoofd dat ze niet kan omschrijven, en is bang te worden overweldigd door een duister mannelijk gedaante. Misschien is ze de enige die echt weet hoe het is om Bob uit Twin Peaks achter je aan te hebben. De regisseur zelf heeft een irrationele angst voor Pepper, een personage van Angie Dickinson in de Amerikaanse misdaadserie Police Woman. En verder heeft Nevejan iets met proporties; ze beschrijft het gevoel dat er een olifant tussen haar kiezen loopt.
Alleen al de opening van Ik Ben Er Even Niet laat je proeven wat deze mensen doormaken, dankzij een poëtische montage. Het is Nevejans eigen ervaring, vergezeld van haar persoonlijke beschrijving. Het kan nooit helemaal hetzelfde zijn als het meemaken, maar film vult hier gaten in die droge beschrijvingen open laten. Dit soort beelden zijn een terugkerend thema, ze brengen een kunstige eenheid aan. Ja, ze hebben iets vaags en experimenteels, maar juist daardoor bieden ze duidelijkheid in iets wat je anders nog moeilijker kunt begrijpen.
Behalve anderen met deze stoornis interviewt de regisseur ook de kunstenaars en haar eigen zus. Die geeft inzichten in hoe het is om te leven met iemand die absences heeft. Want ook in het - bij gebrek aan een beter woord - wakende leven wordt de waarneming erdoor beïnvloed. Al van kinds af aan ziet Nevejan de dingen zoals anderen die niet zien. En haar zus vertelt dat het niet alleen moeilijk is om daarmee samen te leven, maar ook jaloersmakend. Want Maartje Nevejan had als kind een bijzondere kijk op de wereld.
Zoals bij een bipolaire stoornis heeft ook een absence zijn duidelijk negatieve - en potentieel gevaarlijke - kanten, maar de hersenafwijking is voor deze mensen ook een onderdeel van wie ze zijn. Dat wordt pijnlijk duidelijk wanneer een van de andere vrouwen een behandeling ondergaat om van haar absences af te komen. Eindelijk kan ze de grote reizen maken waar ze van droomt: het Noorderlicht zien. Maar ze levert hiermee ook een stukje van zichzelf in. Nooit meer zal ze de onbeschrijfelijke muziek horen die ze altijd bij zich droeg. De film laat deze pijn prachtig zien.
Absences gaan over een tijdelijke complete afwezigheid, en een kunstenaar in de film die daar een bijzondere uiting aan geeft is Anish Kapoor. Hij ontwikkelde de ultieme duisternis: Vantablack. Dat is het meest zwarte zwart dat een mens ooit heeft weten te produceren. Vrijwel geen licht wordt erdoor weerkaatst. Elk object dat met Vantablack is beschilderd ziet eruit als een tweedimensionaal zwart vlak. Platter dan een dubbeltje dat schuine moppen tapt. Loop eromheen en het zwarte vlak verandert van vorm. Het is alsof je in een zwart gat staart, en daarom is het toepasselijk om die ervaring te delen met Nevejans zoon Abel.
Moeilijk te begrijpen zaken worden concreet gemaakt, en gortdroge informatie krijgt een artistieke zwiep. De film omarmt zowel het willen weten als het durven dromen. En op dat raakvlak wordt iets heel menselijks gevonden.