De overhippe aanpak van regisseur David Leitch, die zo'n beetje het hele cd-rek met jarentachtighits plundert, biedt reden tot twijfel. Onterecht zo blijkt. Deze stripboekverfilming is niet geforceerd of pretentieus maar een heerlijke achtbaanrit met een weergaloze cast. Wat zo prettig is aan Leitch' verfilming is dat deze zich bedient van een gemakkelijk te verteren rechttoe-rechtaanverhaal, zonder al te veel opsmuk.
Leitch (coregisseur van John Wick) heeft eigenlijk alleen maar last van de vele soortgelijke producties die zich verliezen in overdreven plotlijnen of ongeloofwaardig coole personages. Atomic Blonde stuurt hier telkens handig van weg en speelt haast met deze verwachtingen die het godzijdank niet inlost.
Broughton is een genadeloze agente van de Britse geheime dienst MI6. Ze heeft een kapsel dat druipt van de waterstofperoxide en neemt regelmatig plaats in een bad met ijsblokjes. Ze is daarnaast behoorlijk bedreven in de vechtkunst en slaat hierdoor moeiteloos een horde belagers van zich af. Haar missie is simpel: zorg ervoor dat je een flinke waslijst met geheim agenten van de Sovjet-Unie in handen krijgt. Het lijstje is opgeslagen in een polshorloge.
Het verhaal is gegoten in een raamvertelling waarbij Broughton wordt ondervraagd door haar baas van MI6 en de CIA. Het wordt in werking gesteld zodra een agent in Berlijn in een poging het horloge buit te maken het leven laat. Broughton reist af naar de Duitse hoofdstad waar de Muur op het punt staat omver geworpen te worden. Spil in de taak van Broughton is Percival, een lastig te peilen collega die in Berlijn is gestationeerd.
Voor zijn eerste speelfilm als soloregisseur is Leitch aan de slag gegaan met de graphic novel 'The Coldest City' van Sam Hart. Dit heeft zich met name uitbetaald in prachtige grauwe plaatjes en wervelende actiescènes. Atomic Blonde speelt zich bijna helemaal af in de laatste dagen van 1989 toen in Berlijn de Koude Oorlog op springen stond. Via nieuwsbeelden en de protesten op straat waartussen Broughton haar klus moet klaren, krijgen we een prachtig tijdsbeeld voorgeschoteld.
Het knappe is dat scenarist Kurt Johnstad, onder meer verantwoordelijk voor de tweede 300, een keur aan bijfiguren van allerlei nationaliteiten invoegt, zonder ze terstond weer naar de achtergrond te laten verdwijnen. Dubbelrollen van personages, de Russen, de Stasi; het komt er allemaal bij, zonder dat Johnstad en Leitch de zaken nodeloos ingewikkeld maken. Altijd komt het heerlijk grauw en rauw uitgewerkte entertainment op de eerste plek.
Veruit het meest indrukwekkende moment is een reddingsactie van Broughton uit een gebouw waarbij het tweetal niet alleen een hele kudde Russen van zich afslaat, maar ook nog eens probeert te vluchten per auto. De scène is vrijwel helemaal in één take gedraaid en met veel praktische effecten, wat getuigt van slimme planning en ouderwets vakmanschap.
Ster van de show is Charlize Theron, die zich ook hier weer een veelzijdig actrice toont die haar mannetje staat in een mannenwereld. Doordat haar personage zo krachtig en trefzeker wordt neergezet neem je clichés zoals aanvallers die zich netjes één voor één aandienen gemakkelijk voor lief.
Als eerste eigen wapenfeit is Atomic Blonde een indrukwekkende prestatie van Leitch, waarbij het vermaak voorop staat en er vooral niet al te ingewikkeld wordt gedaan zonder dat het lachwekkend simpel uitpakt. Leitch is erin geslaagd het spionnengenre uit de tijd van de Koude Oorlog nieuw leven in te blazen. De driedubbele plottwist in de epiloog is wat gortig, maar het zij hem vergeven.