Verdwijnen
Recensie

Verdwijnen (2017)

Overdonderend drama van Boudewijn Koole (Kauwboy, Beyond Sleep) met een ijzersterke Rifka Lodeizen en Elsie de Brauw.

in Recensies
Leestijd: 3 min 32 sec
Regie: Boudewijn Koole | Cast: Rifka Lodeizen (Roos), Elsie de Brauw (Louise), Marcus Hanssen (Bengt), Jakob Oftebro (Johnny), e.a. | Speelduur: 91 minuten | Jaar: 2017

"Weet je wat ik mij afvraag? Of jij wel van me houdt." Het blijft lang stil. Is haar moeder nijdig omdat ze de vraag van Roos onnozel vindt? Of onnodig provocerend? Is ze boos vanwege de laatste keer dat ze elkaar spraken, toen ze met ruzie uiteen gegaan zijn? Is het onvermogen om gevoelens te tonen? Misschien is ze van haar stuk gebracht. "Ik ben je moeder," zegt ze uiteindelijk. Precies. Dat is geen antwoord op de vraag.

Zo opgetogen als haar dertienjarige halfbroertje Bengt is met Roos' terugkomst, zo gereserveerd is het weerzien met haar moeder Louise. Het gegeven dat Roos er op achtjarige leeftijd voor koos bij haar vader te blijven wonen na de scheiding, zodat Louise alleen naar het landelijke Noorwegen vertrok, lijkt niet het enige oud zeer tussen de twee te zijn. Waar broer en zus de draad meteen oppakken (samen stoeien, ijszwemmen en in Bengts studio aan huis pielen met zijn opgenomen natuurgeluiden), blijft de omgang tussen Louise en Roos kribbig, terwijl Roos nu juist naar Noorwegen is gekomen om zich te verzoenen met haar moeder. Maar de jonge fotografe moet haar familie ook nog iets anders vertellen.

Verdwijnen is Boudewijn Kooles derde speelfilm na het gelauwerde Kauwboy en Beyond Sleep. De film doet in meerdere opzichten denken aan laatstgenoemde. Die verfilming van romanklassieker Nooit Meer Slapen van Willem Frederik Hermans, over geologiestudent Alfred Issendorf op een tot mislukken gedoemde Lapland-expeditie, vindt plaats in onherbergzaam Noorwegen. Voor Verdwijnen toog Koole opnieuw naar het Scandinavische land, waar Louise en haar zoon Bengt een rustig leven leiden en een harmonieus klein gezin vormen in het bergachtige en besneeuwde landschap. Tot de oudste dochter uit Nederland zich aandient.

Bengt is hobbycomponist. Van een rots vol ijspegels, elk met zijn eigen toonsoort, heeft hij een soort orgel gemaakt. Hij legt een database aan van geluiden die hij vindt in huis (zijn eigen ademhaling en die van zijn zus) en op of onder het ijs. Als een Brian Eno in de dop maakt hij hiermee eigen soundscapes, die bij momenten ook de soundtrack van de film vormen. Beyond Sleep poogde met soortgelijk gebrom, gezoem en gesijpel de belevingswereld van de bij tijd en wijle onbetrouwbare, want soms verwarde, verteller Alfred over te brengen. In Verdwijnen is opnieuw een belangrijke rol weggelegd voor een dergelijke geluidsband. Wat Kooles films daarnaast gemeen hebben is de combinatie van enerzijds weidse natuurbeelden die de nietigheid van de mens onderstrepen, en anderzijds intieme shots die de personages dicht op de huid zitten. Deze keuzes in beeld en geluid tonen de grootsheid en de broosheid van zowel aarde als mens.

Net als Bengt zoeken ook zijn moeder, ooit pianovirtuoos, en zijn fotograferende zus naar de schoonheid in de dagelijkse dingen. Allemaal hebben ze een wil tot creëren en vastleggen. De foto's van Roos maken op dezelfde manier als de muziekstukken van haar broertje deel uit van het verhaal. Nu en dan verschijnen ze als stills tussen de shots - een combinatie van bewegend en stilstaand beeld die Koole ook al maakte in zijn debuut Kauwboy. Beide creëren een extra laag. De muziek en de foto's tonen een particuliere blik op de wereld, zo verschillend in aanpak en toon, dat ze de afstand tussen de personages slim weten te vangen en te benadrukken. Het maakt extra eenzaam en claustrofobisch: tegenover dat uitgestrekte landschap is altijd dat menselijk ongemak en onvermogen aanwezig.

Koole weet opnieuw zijn acteurs tot grote hoogten te stuwen. Lodeizen, de Brauw en debutant Hanssen, de drie belangrijkste acteurs, leveren heel sterk spel. Beide vrouwen bewijzen wederom tot de grootste actrices van ons land te behoren. Hun dialogen lijken op knappen te staan, zo statisch geladen als ze zijn. Werkelijk elke scène waarin zij samen spelen knettert.

De regisseur durft ook veel oningevuld te laten: de precieze oorzaken van de frictie en de situatie, de vraag waar vader is, waarom Noorwegen. Niet alles hoeft in woorden te worden gevangen, en de woorden die wel worden uitgesproken getuigen van levensecht geworstel. Verdwijnen is een sterke, slimme en ingetogen film over familie, verdriet en verzoening. Nergens sentimenteel, maar wel verpletterend.