Wie verbaast zich vandaag de dag nog over de hoge kwaliteit van de Spaanse cinema? Wisselend in thematiek en stijl, tussen de harde condition humaine en het magische realisme, levert het land van Pedro Almodóvar, Alejandro Amenábar, Julio Medem vrijwel jaarlijks zeer degelijke films af. Het is dus geenszins een verrassing dat de Spaanse school ook met haar jonge telgen de internationale filmpodia weet te bereiken. Zo ook met La Noche de los Girasoles het speelfilmdebuut van Jorge Sánchez-Cabezudo (1972). Opvallend is dat de relatief jonge regisseur met deze film in kwaliteit niet onderdoet voor zijn ervaren leermeesters.
Het predicaat degelijk zou de film zonder meer tekort doen. De fotografie kent momenten van ongelofelijke schoonheid, waarbij de subtiel gekozen exterieurs worden afgewisseld met meeslepend acteerwerk, maar het is vooral de ingenieus geconstrueerde plot die de beelden, ontdaan van elk begripskader, als een emotionele afdruk van een onheilspellend drama op het netvlies achterlaat.
De openingssequentie van de film toont de rauwe werkelijkheid van een gepleegde misdaad, contrasterend met de schilderachtige schoonheid van een veld bloeiende zonnebloemen uit de titel. Tegelijkertijd maken we op een bijna theatrale manier kennis met de personages die allen opzichtig gelijktijdig getuige zijn van de berichtgeving rondom de gepleegde misdaad. Het is een manier om deze figuren enerzijds te binden aan het vervolgverhaal en anderzijds de vervolgstructuur op te knippen in losse verhalen die vanuit het perspectief van steeds een ander personage rondom de zelfde gebeurtenissen gegroepeerd en verteld worden.
Kort hierna confronteert het verhaal ons met een tweede misdaad waarvan onze personages niet meer de toevallige passanten kunnen zijn. Dit keer zullen ze een actieve rol gaan vervullen in elkaars lotgevallen. Daar waar de eerste gebeurtenis enkel als een aanleiding dient voor het vervolg, is de tweede het werkelijke startpunt voor de dramatische ontwikkelingen, die vanaf dat punt onomkeerbaar in grimmigheid en zwaarte toenemen.
De vertelstructuur van de meervoudige perspectieven kent uiteraard voldoende voorbeelden in de recente geschiedenis van de film. Denk bijvoorbeeld aan de films Elephant en The Last Days van Gus van Sant, waarbij delen van hetzelfde verhaal zowel in perspectief als chronologie willekeurig lijken te (ver)springen rondom een gemeenschappelijk (draai)punt op de tijdslijn. La Noche de los Girasoles is minder complex: Jorge Sanchéz verlengt de tijd door de gebeurtenissen enkele keren te herhalen vanuit een ander personage, enerzijds om deze uit te diepen of de toevallige condities te scheppen voor zijn daden, anderzijds om de dramatische impact te vergroten door de opeenstapeling van emoties. Op het moment dat de verdichting compleet lijkt te zijn en de nieuwe misdaden (nummers drie en vier) collectieve vorm hebben aangenomen, verlaat de regisseur de meervoudige structuur om ons hoop te geven op een rechtvaardige oplossing en ontsnapping uit de ellende waar we getuige van (moeten) zijn
La Noche de los Girasoles is in vele opzichten een verrassende film. Last but not least is namelijk de uitwerking van de thematiek. Niet de voor de hand liggende eenzaamheid, noodlottigheid, of wederzijdse afhankelijkheid voeren de boventoon, maar de existentiële vraag naar de verantwoordelijkheid voor eigen daden tegen een achtergrond waar geen plaats is voor het lot. Het is een macaber verhaal van de jonge Jorge Sánchez-Cabezudo, dat je maar met moeite loslaat bij het verlaten van je ongemakkelijk geworden stoel. Vervolgens doemt de vraag op wanneer deze vaardige verhalenverteller een volgende pagina zal omslaan.