Het is 1984. Plaats van handeling: Sovjet-Unie. Geen hypermoderne en strak gereguleerde maatschappij à la George Orwell, geen Superoverheid of staatsintimidatie. Nee, het zijn de donkere nadagen van een bijna zeventig jaar durend Communistisch Experiment, de aftakeling van een monsterlijk regime na de periode van de Grote Stagnatie, het Rusland van de preperestrojka. In zijn alweer elfde film, die qua genre balanceert tussen een harde thriller en een waarachtige horror, maakt Balabanov korte metten met het nostalgische populisme en de hang naar vroeger dat het huidige Rusland in zijn greep houdt.
Een krantenartikel over de verdwijning van een dochter van een partijchef vormde voor Balabanov een aanleiding om zijn, naar eigen zeggen, persoonlijke herinneringen aan die periode in de geschiedenis van Rusland op te tekenen. In een mise-en-scène die aanvankelijk nog enigszins theatraal en zelfs kleurrijk oogt, komt een langzame verschuiving naarmate we dichter bij de plaats delict komen: een illegale drankstokerij gelegen aan de rand van een typisch Russisch industrieelstedelijk landschap. Volksvijand nummer 1, zoals Gorbatsjov het drankmisbruik enige jaren later zou bestempelen, heeft hier vrij spel. De verpersoonlijking van de clandestiene drankhandel wordt gevonden in een naar religie hangend, pseudofilosoferend stel en hun Vietnamese handlanger die opereren onder het toeziend oog van, wat later blijkt, de autoriteit. Gezamenlijk dragen ze bij aan de dramatische wending in de plot. In een bijna real-time geschoten afglijden in een delirium van de betrokkenen sluit de hermetische wereld van Balabanov zich om ons heen en voert ons regelrecht naar een mogelijke variant van de hel.
De gruwelijkhedententoonstelling die we van Balabanov kennen van Of Freaks and Men krijgt een nieuwe dimensie. De stijl is rauw en hard, en mede door de verbijstering die de toedracht van handelingen teweegbrengt, verwordt de film tot een surrealistische ervaring die niets anders is dan schaamte en ongemak, waar geen plaats is voor welke vorm van optimisme dan ook. Tevergeefs probeert de kijker te ontsnappen in ongeloof en afstandelijkheid. Dit is de nare werkelijkheid van de Sovjet-Unie, ontdaan van elke sluier van menselijkheid en ethiek. Cargo 200 (de codenaam voor het transport van de lijken van de in Afghanistan gesneuvelde Russische soldaten - in de film zelf op een uitzonderlijk klinische en smerige wijze letterlijk toegepast) is zonder twijfel één van de meest kritische stukken van de hand van de regisseur Balabanov die de geschiedenis van de Sovjet-Unie voor vele onwetenden zal herschrijven of ze op zijn minst een spiegel voorhouden, los van de ongekende cinematografische kracht die er van uitgaat; een film die gezien moet worden, als je er de maag voor hebt.