Kinsey
Recensie

Kinsey (2004)

Gelukkig is Condon’s biopic geen heiligverklaring.

in Recensies
Leestijd: 3 min 31 sec
Regie: Bill Condon | Cast: Liam Neeson (Alfred Kinsey), Laura Linney (Clara McMillen), Peter Sarsgaard (Clyde Martin), John Lithgow (Alfred Seguine Kinsey) e.a. | Duur: 118 min.

Veertig procent van de mannen vrijt het liefst met een lampje aan. Slechts vijftien procent van de vrouwen doet het ‘op z’n hondjes’. Elf procent van de getrouwde mannen doet aan anale seks. Zulke statistieken zullen ons nauwelijks meer shockeren, maar in de jaren veertig en vijftig maakten ze natuurlijk heel wat extreme reacties los. Een tijdperk waarin de blote borst van Janet Jackson zorgt voor massahysterie en we daar tegenover televisieprogramma’s met een naam als ‘Neuken doe je zo’ voorbij zien komen biedt een meer dan geschikte gelegenheid om eens kennis te maken met de man die door sommige conservatieve christenen nog altijd verantwoordelijk wordt gehouden voor het zedenverval. De man die als eerste in het openbaar het lef had te zeggen dat geilheid gezond is en je aan seks ook plezier mag beleven.

Dankzij de rits krijgt men sneller toegang tot zijn gereedschap. Het is een van de vele krankzinnige teksten waar conservatieve fundamentalisten mee zwaaien aan het begin van Kinsey. De boodschap die ze willen overbrengen is duidelijk: meer wetenschap leidt tot seksuele perversie. Terwijl er een oorlog op handen was en alle Amerikaanse ogen gericht waren op het turbulente Europa begon professor Alfred Kinsey als eerste een studie naar het menselijk gedrag onder de lakens. De rumoerige periode, niet bepaald komkommertijd, gaf hem alle ruimte zijn bevindingen ongestoord te documenteren. Het resultaat publiceerde hij in 1948 onder de naam ‘Sexual Behaviour of the Human Male’ (een poos later verscheen de vrouwelijke variant) waarna het ineens een reusachtig schandaal werd. Ondanks dat er schande over werd gesproken werden zijn boeken massaal gelezen en langzamerhand groeide het besef van de belangwekkendheid ervan. Kinsey’s puur wetenschappelijk vergaarde kennis resulteerde immers in de eerste naslagwerken waar doktoren bij vragen van patiënten op terug konden vallen. Het was pas later dat de zowel geprezen als verketterde professor de grenzen ging verkennen en hij in zijn verregaande ‘onderzoeken’ begon door te slaan.

Regisseur Bill Condon maakte in 1998 het schitterende Gods and Monsters, over het leven van de eerste openlijk homoseksuele regisseur in Hollywood. Deze James Whale, die klassiekers als The Bride of Frankenstein op zijn naam heeft staan, was een markante persoonlijkheid die altijd met demonen uit zijn verleden bleef worstelen. Kinsey slaagt er vooral in een fraai tijdsbeeld te geven van een mentaliteitsverandering, maar blijft als biopic (die dus ook wat wil vertellen over het leven van een bijzonder man) in gebreke. Nu werd James Whale ook gespeeld door een zalig sardonische Ian McKellen en valt hier weer eens te meer op dat Liam Neeson niet bepaald een van de kleurrijkste en meest innemende acteurs van zijn generatie is. Het ligt ook aan het scenario dat met nogal wat al te makkelijke psychologie op de proppen komt. Zo valt Kinsey’s drang naar meer openheid en het doorbreken van taboe’s te achterhalen op de relatie met zijn vader, een man die een haast ongeloofwaardig zwaar conservatief denkpatroon heeft. Ook zijn eerdere studies naar de galwesp, die hem tot zijn latere onderzoeken aanzetten, moeten zijn gedrag verklaren (ze zijn allemaal verschillend van elkaar, dus moet de mens dat ook zijn!); een scenariotrucje dat zijn motivatie even kort wil samenvatten.

Gelukkig is Condon’s biopic geen heiligverklaring. Mensen ondervragen was volgens Kinsey onvoldoende en zo besloot hij ook zichzelf te onderwerpen aan experimenten. Met veel moeite en pijn kan zijn vrouw Clara (een Oscarnominatie voor Laura Linney) accepteren dat het in het kader van zijn werk ook van belang was dat haar echtgenoot het bed deelde met zijn assistent Clyde (Peter Sarsgaard). Maar zodra hij zijn hele familie, inclusief kinderen, laat participeren in zijn onderzoek beginnen er conflicten te ontstaan. Voor een film met zulke thema’s is de structuur betrekkelijk traditioneel en verloopt het levensverhaal keurig volgens het boekje. De inhoud is al heftig genoeg, heeft Condon misschien gedacht. De stelling dat monogamie een geromantiseerd ideaalbeeld is komt hier nauwelijks aan het licht. Kinsey eindigt dan ook met een brave conclusie als slotakkoord: dat seks onlosmakelijk verbonden is met emotie en meer is dan alleen maar lichaamsbeweging.