In het kader van het succesvolle samenwerkingsverband De Oversteek tussen de VPRO en het Nederlands Fonds voor de Film wordt nu de vierde en laatste film in roulatie gebracht: Langer Licht van David Lammers. Dit debuut completeert de serie die verder bestaat uit Guernsey, Diep en Het zwijgen. Ook Lammers heeft een sterke, heel eigen invulling gegeven aan het thema 'verlies van identiteit in een veranderd Europa', waaraan de films in deze derde editie van het samenwerkingsverband moesten voldoen.
David Lammers begon zijn carrière vijf jaar geleden voorbeeldig met het winnen van een Gouden Kalf voor zijn afstudeerfilm De laatste dag van Alfred Maassen. In zijn officiële debuut laat hij nu opnieuw zien dat hij met een beperkt budget in staat is om een heel eigen filmisch universum te creëren op het witte doek. Met een uitgebalanceerde, rustige beeldtaal dompelt Lammers de kijker anderhalf uur onder in het lome gevoel van een schijnbaar eeuwigdurende zomervakantie.
In stadsdeel Amsterdam-Noord is niets te doen en de dagen duren maar en duren maar. De boksschool van Lucien is gewoon open, want de meeste kinderen gaan toch niet op vakantie. Ze hangen wat rond, gaan met het pontje over het IJ of brengen een bezoekje aan de afhaalchinees. Lucien is een stugge, autoritaire man, die zijn kinderen meer dan alleen boksen bij wil brengen. Ze moeten zowel in de ring als in de maatschappij op twee benen kunnen blijven staan. Hij ramt de discipline er met harde hand in waardoor zijn dojo soms meer weg heeft van een Glen Mills-school dan een sportschool. Thuis is hij niet anders en hij voedt zijn zoon Mitchel op als een koude generaal. Toch staat er zowel thuis als in de dojo die zomer iets op knappen. Het onverwerkte verleden dient zich aan en eist meer dan Lucien hem lief is.
David Lammers stuurt de blik van de kijker heel bewust door bijna de gehele film de voor- of achtergrond onscherp te laten, zoals de gebroeders Dardenne (Rosetta, Le Fils) dat veelvuldig doen. Dit stijlmiddel creëert in combinatie met close-ups een sterke nadruk op de gezichten van de personages, omdat de kijker nu eenmaal maar één beeldvlak scherp ziet. De gezichtsuitdrukking wordt daardoor enorm uitvergroot, waarvan vooral Raymond Thiry geweldig gebruik maakt om de ingehouden woede van zijn personage Lucien invoelbaar te maken. De onvermijdelijkheid van de uitbarsting tussen vader en zoon geeft de film een prettige, dreigende ondertoon. De muziek is daarbij een prima ondersteuning: de wereld lijkt van loomheid even stil te staan, maar er broeit van alles.
Verder dan het stijlmiddel van de close-up gaan vergelijkingen met het hard realistische werk van Jean-Pierre & Luc Dardenne overigens mank. Daar is Lammers een te groot estheet voor, die een scène als een schilderij voor zichzelf laat spreken. Soms lijkt hij zich daarin wat te verliezen, vooral als in de tweede helft de plaatjes voorrang krijgen boven het verhaal. Langer Licht is een sterk geacteerde, wat hermetische verbeelding van enkele broeierige zomerdagen in Amsterdam-Noord geworden, die op het Filmfestival Rotterdam weliswaar naast de Tiger Award greep, maar wel degelijk een groot publiek verdient.