The Good, the Bad and the Ugly
Recensie

The Good, the Bad and the Ugly (1966)

Drieënveertig jaar na dato zijn de beelden van deze spaghettiwestern nog even ontzagwekkend. Vooral op een groot bioscoopdoek.

in Recensies
Leestijd: 3 min 23 sec
Regie: Sergio Leone | Cast: Clint Eastwood (‘Blondie’/’The Good’), Lee van Cleef (Angel Eyes/The Bad), Eli Wallach (Tuco/The Ugly) e.a. | Speelduur: 171 minuten | Jaar: 1966

The Good, the Bad and the Ugly (oftewel Il Buono, il brutto, il cattivo) is de bekendste western aller tijden. De nummer vier van de IMDb top 250 geniet veel meer populariteit dan oudere Amerikaanse westerns zoals High Noon of latere westerns als Unforgiven. Dat de enkele jaren geleden volledig gerestaureerde versie van de film nu alsnog in het Filmmuseum te Amsterdam en Filmhuis Den Haag draait, is dan ook erg fijn. Want op het grote scherm komt dit kunstwerk pas echt tot zijn recht.

Voor iedereen die de film alleen van televisie kent, mogelijk van een ingekorte videoversie die door de commerciële zenders is grijsgedraaid, is het aan te raden om naar Amsterdam of Den Haag af te reizen om hem in de bioscoop te zien. Zelfs als je deze nieuwe versie al op dvd hebt, want het is een ervaring op zich. Niet alleen verdient het epos van Leone op deze manier bekeken te worden, je doet jezelf er ook een gunst mee. De restauratie ziet er prachtig uit, zoals hij er meer dan veertig jaar geleden ook in de bioscoop moet hebben uitgezien. De iconische muziek van Ennio Morricone klinkt mooier dan ooit en de weer teruggeplaatste scènes voegen heel wat toe.

Het verhaal is nog steeds hetzelfde: drie bandieten jagen op een schat van tweehonderdduizend dollar in goud, terwijl de Amerikaanse burgeroorlog om hen heen woedt. The Bad is het gemeenst, maar The Good en The Ugly zijn ook niet bepaald goede mensen. Alle drie verraden ze elkaar voortdurend om daarna weer tijdelijk samen te werken. De oorlog is bijzaak voor hen, maar niet voor Leone. In deze ‘nieuwe’, langere versie komt dat tot uiting in enkele voorheen ontbrekende scènes waarin de verschrikkingen van de burgeroorlog nog meer naar voren komen. Het geeft de film meer gewicht zonder het avontuurlijke plezier eruit te halen.

The Good, The Bad and The Ugly is nu meer dan ooit tevoren een groots epos.
De cynische humor en toch redelijk lichte toon zijn er nog steeds, maar meer dan in vorige versies treden de gruwelijke gevolgen van de oorlog op de voorgrond, waardoor de toon toch wat serieuzer en meer episch is dan eerst. Het is nu een completere film. Tuco, de fantastische rol van Eli Wallach, was bij gebrek aan beter al het hart en ziel van de film, maar is dat door enkele korte extra scènes nog sterker.

Drieënveertig jaar na dato zijn de beelden van deze spaghettiwestern nog even ontzagwekkend. In zijn eerste twee ‘Dollar’-films (A Fistful of Dollars en For a Few Dollars More) ontwikkelde Sergio Leone een unieke stijl die hij in dit laatste deel van het drieluik vervolmaakte. Het contrast tussen de nog weidsere woestijnlandschappen en de nog extremere close-ups van harde gezichten (waar Leone als het ware ook landschappen van maakt) is nog groter en de kenmerkende trage filmstijl komt hier tot volle wasdom. Zo ook de stoïcijnse acteerstijl van Clint Eastwood als de zwijgzame revolverheld.

Leone zou deze aanpak tot het uiterste doortrekken in zijn volgende film, Once Upon a Time in the West, maar dat maakt de filmstijl van The Good, The Bad and The Ugly er niet minder beeldschoon op. Meer dan dat is de muziek van Ennio Morricone definiërend geworden voor niet alleen Leone, maar ook voor de western in het algemeen. Het bekende riedeltje dat de film en de drie hoofdpersonages introduceert, is tijdloos, net zoals de twee stukken die de climax van de film begeleiden.

Once Upon a Time in the West mag dan de ultieme western zijn, The Good, the Bad and the Ugly is een goede tweede. Dit meesterwerk blijft een feestje voor oog en oor. Het slot is nog altijd een tour de force van camerawerk, montage en muziek. Elke keer weer een genot om te zien, zeker in de bioscoop waar hij pas echt tot zijn recht komt.