Het Gouden Tijdperk, zo noemde de Roemeense dictator Ceausescu de laatste vijftien jaar van zijn communistische schrikbewind. In werkelijkheid waren de jaren tachtig een dieptepunt voor zijn van vrijheid en voedsel verstoken volk. De Roemenen overleefden op zwarte humor. In de lange rijen voor de praktisch lege winkels vertelden ze elkaar urban legends over het absurde leven onder Ceausescus vuist. Die verhalen zijn de basis van Tales from the Golden Age: van een in de keuken vergast varken tot een zweefmolen die van de regering moet blijven draaien.
De vier korte films waaruit Tales from the Golden Age bestaat laten treffend zien in welke treurige, maar net zo goed hilarische bochten Roemeense burgers zich tijdens Ceausescus regime moesten wringen. Goed, het gaat hier om Roemeense urban legends, oftewel broodjeaapverhalen, maar het Gouden Tijdperk kon een surrealisme aannemen dat het dagelijks bestaan in een langgerekt broodje aap veranderde. Zo drijft in de eerste film een partijbezoek aan een Roemeens boerendorp de plaatselijke bewoners tot wanhoop. De bizarre staatseisen veranderen met de minuut - wel vlaggen, geen vlaggen, wel leuzen, geen leuzen, een plotseling verzoek om duiven... De exercitie eindigt met een de hele nacht doordraaiende zweefmolen vol kotsmisselijke dorpsnotabelen. In het tweede verhaal blijkt hoe tijdens het Gouden Tijdperk eten als ruilmiddel essentieel was: Danut, het zoontje van een politieagent, koopt op school de vriendschap van een meisje door haar zijn boterhammen te geven, terwijl zijn vader een levend varken dat hij cadeau kreeg uit alle macht voor de buren probeert te verstoppen - straks krijgen ze lucht van het beest en eisen ze hun deel! Maar hoe slacht je geluidloos een varken op een flatje in de stad? Simpel, zegt Danut, die net uit de natuurkundeles terugkomt: vergas het beest.
De andere twee verhalen schetsen mooi hoe Ceausescu zijn eigen waanzinnige regels af en toe in zijn gezicht terugkreeg van zijn burgers. Het jonge stelletje Crina en Bughi verdient een zakcentje door langs de deuren te gaan en zich voor te doen als regeringsfunctionarissen die luchtmonsters komen nemen. De shots waarin de twee met uitgestreken gezichten een glazen pot vullen met helemaal niets behoren tot de geestigste van de film. In het laatste verhaal zien we de fotografen van de nationale krant worstelen met de werkelijkheid: op een foto van Ceausescu en de Franse politicus Giscard dEstaing is die laatste niet alleen twee koppen groter dan de Roemeense dictator, hij draagt ook een hoed terwijl Ceausescu blootshoofds is. Natuurlijk moet dit verschil in waardigheid worden weggemoffeld in de doka, maar tijdnood zorgt uiteindelijk voor een krantenfoto die Ceausescu vermoedelijk nog steeds in zijn kist doet omdraaien.
Tales from the Golden Age is een project van Cristian Mungiu: hij regisseerde het verhaal over Crina en Bughi, en liet de rest van de delen door andere opkomende Roemeense regisseurs maken. Op het affiche staat trots van de maker van 4 Maanden, 3 Weken en 2 Dagen, maar zo sterk als die eerdere Gouden Tijdperkfilm van Mungiu is Tales from the Golden Age niet. De vier vertellingen zijn stuk voor stuk vermakelijk en prachtig vormgegeven van de verplichte witte haarbanden die Roemeense schoolmeisjes droegen tot het troosteloze trappenhuis dat de verschillende verhalen verbindt maar de plots en personages weten je niet werkelijk te pakken. De anekdotes blijven daardoor anekdotes en vormen samen niet meer dan de som der delen; de film had net zo goed een willekeurige verzameling afleveringen van een serie kunnen zijn. Maar wie dat weet, en zin heeft in een avondje vakkundig gefilmde Roemeense absurditeiten uit een tijd die nooit meer terugkomt, zal aan deze vier broodjes aap een fijne maaltijd hebben.