Een ongelukkige timing zou je het kunnen noemen, de release van Spies & Glistrup kort na die van The Wolf of Wall Street. Overeenkomsten tussen de twee zijn overal terug te vinden, maar op ieder vlak moet de nieuwe Deense film het onderspit delven. Zonde, want verder is dit best een vermakelijke film.
Spies & Glistrup mag dan misschien niet met zo veel overtuiging zijn gemaakt als Scorseses hit van begin dit jaar, het uitgangspunt is wel sterk. Ook deze film is gebaseerd op een waargebeurd verhaal, over mannen die op een slinkse manier bakken met geld naar zichzelf wisten toe te trekken, om het vervolgens op de meest bespottelijke manieren uit te geven. Een verhaal dat vrijwel automatisch een film met vaart oplevert.
In dit geval gaat het niet om gladde beurshandelaren in de jaren tachtig, maar om twee gewiekste ondernemers die eind jaren zestig een reisbureau oprichten. Ze vullen elkaar mooi aan: Mogens Glistrup heeft als advocaat de hersens om met mazen in de wet te spelen, Simon Spies heeft de vlotte babbel om iedereen om zijn vinger te winden.
De zaken gaan steeds beter wanneer Glistrup een manier vindt om helemaal geen belasting meer te hoeven betalen over hun lucratieve bedrijf. Terwijl het geld binnenstroomt, is het vooral Spies die het wegpompt in zijn excessieve luxeleven. Het duo waant zich onverslaanbaar en zoekt de landelijke bekendheid op. Maar zoals vaker in dit soort verhalen, komt hoogmoed voor de val.
Het is vooral Pilou Asbæk (Kapringen) die hier de mogelijkheid krijgt om zich uit te leven, met de geslepen en onbeschaamde maniertjes van Spies. De acteur maakt daar dankbaar gebruik van, maar slaat er ook regelmatig in door. Al snel beginnen zijn hoge stem en schalkse blik op de zenuwen te werken. Te vet aangezet, net als sommige dialogen: "Ik heb iets nodig, ik wil meer!" Regisseur Christoffer Boe had er goed aan gedaan om af en toe even aan de rem te trekken.
Tegelijkertijd had hij op andere vlakken juist uitbundiger mogen zijn. Spies & Glistrup is sober en conventioneel gefilmd, met doffe kleuren om de tijdssfeer te verduidelijken. De excessen waar de hoofdpersonen in vervallen worden daarmee nooit zo prikkelend als in de wilde energieke stijl van Scorsese. De Amerikaan bracht een satirische dubbele laag aan, die hier helaas ontbreekt. Geestig is Spies & Glistrup op momenten wel, maar Boe had meer uit dit materiaal kunnen halen.
Aan de andere kant moet zijn film daar niet volledig op afgerekend worden. Los gezien van de overeenkomsten met beter werk, is Spies & Glistrup een genietbare film. Te danken is dat vooral aan het bronmateriaal: een opzienbarend verhaal.