De aftiteling van het jeugddrama Dansen op de Vulkaan laat je met een onbestemd gevoel je jas van de bioscoopstoel grissen. Per jaar krijgen zo'n achthonderd kinderen van hun arts te horen dat ze lijden aan een stofwisselingsziekte. Meer dan de helft hiervan krijgt niet de kans om achttien kaarsjes op hun verjaardagstaart uit te blazen. Dit zijn statistieken die je niet in de koude kleren gaan zitten. Naast kanker bij kinderen en de slopende zenuwziekte ALS is het goed dat ook voor deze aandoening, die in vele gradaties voorkomt, aandacht is. De drie kinderen die deze gruwelijke tekst begeleiden en aan wie Adriënne Wurpels drama is opgedragen horen bij de vijftig procent die de strijd tegen hun chronische ziekte verloren hebben.
Dansen op de Vulkaan is typisch zo'n project dat alle denkbare sympathie verdient. Al is het maar omdat hoofdrolspeler Nils Verkooijen er zo zijn nek voor heeft uitgestoken. Aangeslagen door een verhaal uit zijn persoonlijke omgeving probeerde de zeventienjarige acteur met alle macht het project van de grond te krijgen. Door te crowdfunden, meer te weten te komen over stofwisselingsziekten en door het verhaal te schrijven. Hij speelt Maarten, een jongen met gescheiden ouders die in de spreekwoordelijke bloei van zijn leven staat. Levenslustig, puber, weerbarstig, eigenwijs en populair. Dan heb je helemaal geen tijd om ernstig ziek te zijn. Het overkomt hem terwijl hij druk bezig is met het maken van andere plannen, zou John Lennon zeggen. Dansen is Maarten zijn grote passie, maar zijn leeftijdsgenoten en dansleraar mogen niets weten van de handvol pillen die hij elke dag moet slikken om de misselijkheid en vermoeidheid die zijn ziekte veroorzaken te onderdrukken.
Het frustrerende aan Wurpels drama is dat het eigenlijk helemaal niet duidelijk wordt wat een stofwisselingsziekte nou precies inhoudt. Je kunt er niet oud mee worden. Het beheerst je hele leven. Daar kunnen we ons allemaal wat bij voorstellen, maar de verdere achtergrond blijft in nevelen gehuld. Wurpel onderschat hiermee het incasserings- en bevattingsvermogen van haar jeugdige publiek. In het zeer geslaagde Achtste-groepers Huilen Niet wist haar collega Dennis Bots beter de ernst van leukemie op zijn kijkers over te brengen. De impact die de 'raadselachtige' ziekte op het leven van Maarten heeft, komt wel goed uit de verf. Verkooijen speelt een opstandige tiener die begrijpelijkerwijs liever danst dan rust houdt. De twee manieren waarop je tegen de situatie aan kunt kijken worden weerspiegeld in Maartens ouders. Ma Sophie is overbezorgd en wil het liefst elke minuut van de dag weten waar haar zoon uithangt. Zijn Frans vader is een creatief type die de teugels het liefst wat laat vieren, vooral als hij hoort dat zijn zoon een oogje heeft laten vallen op zijn mooie danspartner Roxanne.
In korte episodes, veelal met een incident als kern, wordt de fysieke achteruitgang van Maarten geschetst. Krachtig vertolkt door Verkooijen, maar met stuntelige, enigszins onnatuurlijk aandoende dialogen. Moeder mag niet vloeken van Wurpel dus uit ze dikwijls een 'potverdikke' wanneer ze zich de haren op haar hoofd grijs piekert als Maarten weer eens al haar regels in de wind slaat. Dit illustreert de onterechte voorzichtigheid die de makers voortdurend betrachten. Het was een wijze beslissing om niet de ellende de boventoon te laten voeren en Maarten genoeg leuke dingen te laten beleven. Maar ook al gaat het leven om hem heen door, voor Maarten moet de rem er op voor zijn eigen bestwil. De sterkste momenten van Dansen op de Vulkaan zijn de scènes waarin de hoofdpersoon vecht tegen de onrechtvaardigheid die het bikkelharde lot hem in de schoot heeft geworpen. De hoge gunfactor verliest Wurpel geen moment, maar het speelfilmdebuut van deze voormalige seriemaakster had alleen best wat steviger aangezet mogen worden.