Sinds de aanslagen op de Twin Towers heeft onze westerse wereld te maken met een nieuwe realiteit, waarin de veiligheid die we sinds de Tweede Wereldoorlog ervaren niet langer vanzelfsprekend is. Het extremisme heeft de jaren na Al Qaida een nog ruwer gezicht gekregen met de oprichting van de Islamitische Staat dat slim gebruikt van de multimediale samenleving en zo ook in onze regionen psychologische terreur zaait. IS kent vele wijdvertakte jihadistische zusterorganisaties of zielsverwanten die uit naam van het geloof bevolkingsgroepen proberen te onderdrukken. Het vooruitzicht van een kalifaat met het juk van de sharia is weinig hoopgevend. Alle activiteiten van een bevolking moeten nut hebben. Voetballen of muziek maken is verboden.
Deze nieuwe regels die de bewoners van de Malinese stad Timboektoe krijgen opgelegd, worden met megafoon door de staten geschald. Alles wat het leven plezierig maakt, wordt uit de aderen van de Timboektanen geknepen. Het leidt tot taferelen die wonderschoon zouden zijn als de tragiek er niet vanaf zou druipen. Visueel hoogtepunt van de eerste en enige Oscarinzending van het West-Afrikaanse Mauritanië is een voetbalwedstrijd. De spelers zijn opstandig gekleed in felle shirtjes, shorts en sokken. Er wordt alleen wel gespeeld zonder bal. Dat kunnen de heersende moslimautoriteiten moeilijk als voetballen bestempelen. Voor de herders op de uitgestrekte vlaktes van Mali lijkt het jihadisme ver weg, maar de oorlogsstrijders mengen zich regelmatig in de zaakjes van herder Kidane en zijn gezin. Als door toedoen van een opstandige koe met de opmerkelijke naam GPS het net van visser Amadou wordt vernield, ontstaat een strijd tussen de twee mannen met catastrofale gevolgen. IS bemoeit zich al snel met het conflict en Kidane mag verantwoording afleggen aan een god die niet de zijne is.
Deze Frans-Mauritaanse coproductie is gebaseerd op ware gebeurtenissen. Allereerst baseerde filmmaker Abderrahmane Sissako zich op een incident uit 2012 waarbij een Malinees stel dat vlak bij de stad Kidal woonde werd gestenigd vanwege vermeend overspel. De bestraffing volgens de regels van de sharia komt terug in een tergende scène waarin de man en de vrouw tot aan hun nek in het zand worden begraven alvorens met stenen bekogeld te worden. Het verbeeldt op gruwelijke wijze de machteloosheid waarmee de bevolking van Mali het nieuwe radicale regime moet ondergaan. Sissako entte zijn drama daarnaast op de korte bezetting van Timboektoe door het jihadistische, aan Al Qaida gelieerde Ansar Dine. Voor het gemak verplaatste de regisseur zijn gehele verhaal naar de Malinese stad Timboektoe en verving hij Ansar Dine door IS, omdat dit nu eenmaal meer herkenning bij de kijker oproept. Er is hierbij weinig uitzicht op een betere toekomst, want Sissako toont ons enkel de gruwelijkheden en onmenselijke praktijken van de extremisten die elke vorm van vreugde uit het leven van de Timboektanen proberen te bannen. Hoopgevend zijn de verwoede pogingen van de bevolking om ondanks de harde methodiek van IS toch de grenzen op te zoeken.
De aanpak van Timbuktu is doeltreffend tweeledig door zowel het verhaal van de herder als dat van de overheersers uit te diepen en belicht bovendien de uitwassen van geloofswaanzin vanuit verschillende invalshoeken. Terwijl de IS-strijders Timboektoe onderdrukken is de plaatselijke iman, die een veel mildere kijk op zijn geloof heeft, moeilijk van zijn stuk te brengen. Het is alsof Sissako wil overbrengen dat niet alle moslims radicaal en extremistisch zijn. Het is een lichte onderschatting van het publiek - dat heus wel het verschil weet tussen islam en moslimextremisme - maar afgezien van de wat belerende toon stoort deze overbodige nuancering nauwelijks. Zoals wonderschone wereldcinema als deze er wel vaker in slaagt, biedt Sissako een kijk op een wereld en milieu die compleet onbekend zijn voor ons. Juist het mooie kleine verhaal van de herder afgezet tegen de groteske acties van IS, maken dit tot een weergaloos verhaal met universele en krachtige emoties.