Je zou het niet denken, maar de immer jeugdig ogende zanger, producent en liedjesschrijver Pharrell Williams heeft vorig jaar de vijftig aangetikt. Als je alleen kunt volstaan met je voornaam dan ben je in de muziekbusiness een hele grote. Pharrell is een creatieve duizendpoot met een onmiskenbare stijl en begon zijn carrière in de hiphop met het producentenduo The Neptunes. Wat volgde was een imposante lijst aan samenwerkingen variërend van Jay-Z tot Gwen Stefani en van Justin Timberlake tot Madonna.
Williams is van mening dat de wereld vol kleur zit en bovendien net als zijn muziek is opgebouwd uit bestaande elementen. Het is een wat gekunstelde manier om uit te leggen dat de biopic over Pharrells leven en carrière een Lego-animatie betreft. Na diverse animatiefilms, waaronder twee delen The Lego Movie, is dat geen gekke gedachte. De onconventionele benadering pakt op momenten verrassend creatief uit.
De werkwijze van regisseur Morgan Neville doet denken aan stop-motionanimatiefilm Creature Comforts van de befaamde Britse studio Aardman. Hierin praten uit klei opgetrokken dieren met menselijke stemmen over alledaagse onderwerpen. Dit keer betreft het de vele betrokkenen uit het leven van Pharrell Williams, zoals zijn ouders, zakenpartners en artiesten. Daarnaast is er ook wel behoorlijk wat geacteerd. De klei is vervangen door Lego, maar dan wel afkomstig uit de computer.
Neville presenteert de totstandkoming van de loopbaan van Pharrell als een groot succesverhaal, waarbij de muzikant opgroeit in een arm gezin aan de oostkust van de Verenigde Staten. Al vroeg ontdekt Pharrell dat hij muziek in kleuren ziet, een neurologisch verschijnsel dat synesthesie wordt genoemd. Op jonge leeftijd ontdekt hij door Songs in the Key of Life van Stevie Wonder de schoonheid van muziek. Op school raakt hij bevriend met zijn toekomstige Neptunes-partner Chad Hugo.
En zo gaat het balletje rollen met hulp van de lokale muziekscene. Pharrell boekt het ene na het andere succes en heeft niet bepaald een gebrek aan zelfverzekerdheid. Het kan allemaal niet op, dus dat moet een keer misgaan. Eigenlijk is het keerpunt dat zich onherroepelijk aandient maar een klein dipje waarbij Pharrell zich afvraagt hoe hij zich moet verhouden tot een loopbaan als soloartiest. En zijn omgeving waarschuwt Williams dat hij niet met alle commerciële winden moet meewaaien. Nou, als dat alles is.
Wel een knappe prestatie is de wijze waarop de muzikant het institutionele racisme in de Amerikaanse samenleving onder de aandacht brengt. Het is een serieuze boodschap die geenszins uit de toon valt. Want zijn hit Happy heeft laten inzien hoeveel ellende zijn fans proberen te vergeten door te luisteren naar de megahit. Bovendien heeft Williams erop gestaan dat de figuren in deze animatiefilm een representatievere schakering aan huidskleuren meekregen.
Weliswaar stipt de muzikant ook zelf zijn wat mindere werk aan, maar we weten allemaal dat zijn grootste hit Happy dan nog moet komen. Aan zelfreflectie bij Pharrell geen gebrek - hij beticht zichzelf zelfs van misplaatste arrogantie - maar het is duidelijk dat hij zelf heer en meester is over hoe zijn muzikale levensloop voor het voetlicht wordt gebracht. De gekozen vorm werkt hierbij aanstekelijk, al zijn er genoeg technische schoonheidsfoutjes aan te wijzen.
Zo bewegen de Lego-figuurtjes een stuk soepeler dan hun plastieken evenbeeld. Waarschijnlijk uit commercieel oogpunt zijn ook de Lego-logo's niet op alle nopjes aanwezig. Vast een kniesoor die erop let, maar het oogt onzorgvuldig en gemakzuchtig. Ondanks de anderhalf uur speelduur voelt Piece by Piece, waarvoor Pharrell Williams zelf ook enkele nieuwe nummers schreef, door de voortdurende lofzang wat langdradig en eentonig.