Na het daverend succes van Squid Game richtte Netflix zich tot Zuid-Korea in de hoop nog meer streamingskrakers te produceren. Er werden heel wat deals afgesloten, en Badland Hunters is een van de aankopen. Helaas is het een gehaaste en ondoordachte actiefilm die in principe in elk land gemaakt had kunnen worden.
De Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoul en veel eromheen is vernietigd tijdens een aardbeving, maar veel mensen hebben besloten om er toch te blijven wonen - al is het in armoede. Zo ook Su-Na en haar zieke oma, tot er iemand langskomt die hen een beter leven belooft. Ji-Wan is verliefd op Su-Na en ziet haar niet graag vertrekken, maar ze doet het toch. Wanneer Ji-Wan ontdekt dat er iets niet aan de haak is met die beloofde betere gemeenschap gaat hij samen met zijn vader naar haar op zoek.
Het gaat al mis bij de fundering van het plot. De film opent met een scène die een hevige aardbeving toont. Tenminste, in theorie. Want buiten het raam vallen alle gebouwen als kaartenhuizen in elkaar, maar het gebouw van waaruit dit bekeken wordt houdt nog stand. Het beeft er niet eens hard genoeg om de toeschouwende personages onderuit te laten gaan.
Het volgende moment ligt Seoul meteen al drie jaar in puin. Ten eerste is het zwaar ongeloofwaardig dat al die mensen hebben besloten om daar te blijven waar er amper eten of drinken is terwijl er, zeg maar wat, honderd kilometer verderop gewoon normaal geleefd kan worden. Ten tweede heeft die aardbeving er kennelijk voor gezorgd dat het precies boven Seoul niet meer regent. De kijker moet het allemaal maar voor lief nemen.
De beelden van het post-apocalytisch landschap doen denken aan 'matte paintings' die tot in de jaren negentig in films werden gebruikt, handgeschilderd glas dat vóór de cameralens werd geplaatst om zo de illusie van een andere werkelijkheid over te brengen. Natuurlijk heeft de Koreaanse filmindustrie niet hetzelfde budget beschikbaar als Hollywood, maar dit oogt extreem goedkoop en nep.
Maar al gauw speelt de rest van de film zich af in 'Het Appartement', een gemeenschap waar er goed voor bejaarden en tieners gezorgd zou worden en waar water in overvloed beschikbaar is. Het kan haast niet anders dan dat de makers van Badland Hunters op de hoogte waren van een leegstaand flatgebouw en dat ze het scenario hebben bedacht rondom deze locatie om die te kunnen benutten. Absoluut geen slecht idee. Maar de verdere uitwerking laat te wensen over.
Want ook in Het Appartement gaat het er knullig aan toe. In de kelder wordt water gezuiverd, daarom is er zo veel van. Schoon water wordt met een emmer gegoten in een grote tank, iemand anders haalt hetzelfde water er weer uit met een emmer, en giet dat water in een andere container waaruit het uiteindelijk in een flesje wordt gestopt. De makers wilden het er gecompliceerd uit laten zien, maar dit had regisseur Ed Wood nog beter aangepakt.
En dat allemaal in dienst van een uiteindelijk erg flauw verhaal. Het lijkt haast een plotje dat door jonge tieners bedacht had kunnen worden, als die gevraagd werden om een verhaal voor een actiefilm te verzinnen. Ji-Wans vader, Nam San, is een komische actieheld als spierbundel met de emotionele diepgang van Jerommeke. Hier en daar zijn wat goed uitgevoerde vechtscènes en stunts, maar over het algemeen maakt de film geen indruk.
Badland Hunters tracht een boodschap over te brengen, iets over dat je mensen altijd een kans moet geven; ondanks dat er veel slechte mensen zijn is dit de enige manier om goede mensen te vinden. Leuk verzonnen, maar beschouw het maar als volgt: 'je mag best in dat witte busje stappen, want dat is de enige manier om te ontdekken of de bestuurder iemand is die je zowaar echt een lift naar huis zal geven.' Niet in dat busje stappen, mensen. Nooit doen.
Badland Hunters is te zien bij Netflix.