Veel mensen hebben tegenwoordig een erg korte aandachtspanne. Zelfs in de bioscoop, waar de actie om de oren vliegt in superheldenfilms komen toch de telefoons tevoorschijn om berichtjes te lezen. Dat moeten we gewoon niet doen. Zoiets moet getraind worden, net als spieren. The Pigeon Tunnel is een goede oefening: luisteren naar een bejaarde man die op naadloze wijze diverse gebeurtenissen uit zijn leven aan elkaar rijgt is een opgave.
David Cornwall, beter bekend onder zijn pseudoniem John Le Carré, schreef spannende romans over spionnen. Ze kwamen erg realistisch over en dat is niet zonder reden: Cornwall was ooit zelf een spion! Op zijn oude dag gaf hij zijn memoires uit, en documentairemaker Errol Morris gebruikte dat om een film over deze man te maken. Hij laat Cornwall zich zo bloot mogelijk geven voor het oog van de camera.
Een oud-spion die een boekje open doet, dat klinkt spannend en veelbelovend. Maar zo'n iemand mag natuurlijk helemaal niet veel vertellen over hoe alles te werk gaat of wat er heeft plaatsgevonden. Stap daarom niet in The Pigeon Tunnel met de hoop op een blik achter de schermen van de wereld van James Bond.
Cornwall vertelt over zijn jeugd, gevolgd door enkele algemene (en openbare) ervaringen die de basis waren voor zijn boeken. Hij had een kindertijd waarvan men honderd jaar geleden zei "ach ja, het zit niet altijd mee" en waarvan tegenwoordig wordt gezegd "godsamme, dat is niet normaal". Cornwalls moeder heeft het gezin verlaten omdat Cornwalls vader Ronnie een afgrijselijke man was.
Vandaar dat de laatste twintig minuten weer terug komen bij Cornwalls leven met Ronnie. Het is een toepasselijke boekensteun, want uiteindelijk lijkt zijn vader toch meer in Cornwalls gedachten te leven dan zijn avonturen als spion. Sommige mensen hebben het volste recht om hun ouders de rug toe te keren en het is zonde dat ze dit niet hebben gedaan.
Het midden tussen de boekeindes bestaat uit de links tussen Cornwalls boeken en zijn werk als spion. Cornwall is een zeer intelligent man. Hij studeerde taal aan de universiteit, en spreekt dan ook als een schrijver met zo'n achtergrond. Het zou een heerlijk gesprek zijn wanneer men oog in oog staat met zo iemand, maar om er naar te luisteren via een documentaire werkt niet even goed.
Cornwall rijgt zo soepel zijn verhalen aan elkaar dat hij al een tijdje bij het volgende verhaal is voordat dit per se helemaal duidelijk is. Zo hou je een publiek in het echt geëngageerd, maar al zittend op de bank voor de tv is het een milde aanslag op die aandachtspanne. Het had geholpen als het verhaal ondertussen tenminste lekker doorliep, maar de regisseur kiest daar niet voor.
Errol Morris wil namelijk een beetje die spannende en stijlvolle toon van de boeken nabootsen door er momenten in te stoppen die overkomen als een spionagethriller. Acteurs voeren in stilte een scène uit waarmee Cornwalls verhaal telkens even wordt onderbroken. Daardoor komt dit verhaal voortdurend slechts met horten en stoten door, en de fictieve scènes ondermijnen de waarachtigheid van de documentaire.
Het lijkt erop dat deze stukjes nodig waren, omdat zonder deze pauzes de film niet aan negentig minuten speeltijd zou komen. Aan het einde vragen zowel Morris als Cornwall zich af of ze echt met het complete mes op tafel zijn gekomen, om dan beide te concluderen dat alles zo'n beetje wel verteld is. Toch blijft de indruk hangen dat dit niet het geval is. Wel is The Pigeon Tunnel een zeer beknopte samenvatting van Cornwalls boeiende, maar tegelijkertijd flink gecensureerde leven. Die als documentaire vooral interessant zal zijn voor zijn lezers.
The Pigeon Tunnel is te zien bij Apple TV+.