James Wan is niet bepaald de enige regisseur die zich bewees in het horrorgenre alvorens door te stoten naar de top van Hollywood, maar wel een van de weinigen die geregeld naar dit genre terugkeert. Op basis van zijn successen met Fast & Furious 7 en Aquaman (allebei meer dan een miljard aan omzet) zou hij waarschijnlijk aan de lopende band grote films met grote namen kunnen maken, maar Wan schept er duidelijk genoegen om dergelijke producties af te wisselen met horrorfilms die iets bescheidener zijn opgezet. Gelukkig maar, want na Saw, Insidious en The Conjuring laat hij met Malignant opnieuw zien hoe goed dit genre hem ligt.
Wanneer de hoogzwangere Madison op een nacht door een onverklaarbare aanval zowel haar echtgenoot als haar ongeboren kind verliest, valt haar leven in duigen. Toch wordt het daarna niet veel beter, als ze visioenen krijgt van soortgelijke moordpartijen, die volledig stroken met wat er op dat moment in werkelijkheid gebeurt. Dat de slachtoffers verband blijken te houden met haar in nevelen gehulde jeugd maakt het niet makkelijker, en ondertussen heeft ze ook een wond die maar niet lijkt te helen. Aanvankelijk lijkt een geestverschijning dood en verderf te zaaien, maar de moordenaar in kwestie blijkt wel degelijk fysiek actief en kan dus ook gewoon door een agent achtervolgd worden.
Al vanaf het eerste shot is duidelijk dat Malignant een horrorfilm is, maar Wan laat de kijker in de openingsfase aangenaam gissen naar wat voor soort horrorfilm precies. De heerlijk bizarre proloog lijkt namelijk niet echt aan te sluiten op wat daarna volgt. Sowieso worden er behoorlijk wat verschillende elementen in de mix gegooid, waarvan niet helemaal duidelijk is hoe deze met elkaar verbonden zijn: huiselijk geweld, visioenen, miskramen, geestverschijningen, moordaanslagen en jeugdtrauma's. Het is dan ook knap dat al deze elementen gaandeweg op organische wijze bij elkaar komen.
Malignant zal niet de boeken ingaan als de meest vernieuwende horrorfilm van het decennium, maar Wan weet zich zoals vaker te onderscheiden door zijn aandacht voor details. Velen zouden de twee agenten die de reeks moorden onderzoeken inzetten als puur functionele personages, maar Wan geeft ze volop persoonlijkheid mee, waardoor ze de kijker net zo dierbaar zijn als de hoofdpersonen. Helaas vervalt Wan in het gegriezel in wat gangbare taferelen: flikkerende lichten, uit zichzelf bewegende deuren en televisies die ineens aangaan. Maar die verplichte nummers lijken er vooral te zijn om de kijker bezig te houden terwijl Wan opbouwt naar een absoluut hoogtepunt. Het is een scène waarin alles wordt onthuld en samenkomt, om vervolgens uit te pakken als een van de meest groteske spektakels van het jaar. Ongeacht wat je van de film zult vinden: deze scène vergeet je voorlopig niet meer.