Met een ontroerend derde deel leek er in 2014 een einde te zijn gekomen aan de succesvolle Mees Kees-reeks. De leerlingen namen met een feestelijke eindmusical op de basisschool niet alleen afscheid van hun geliefde meester, maar ook van hun publiek. Mees Kees op de Planken was een innemende uitzwaaifilm. Maar nu blijken de zaken er toch weer anders voor te staan.
Mees Kees gaat nergens heen, en zijn leerlingen evenmin. Ook al zien ze er in Mees Kees Langs de Lijn anders uit. De acteurtjes uit de eerste drie delen passen niet meer in hun jonge rollen, dus zijn ze vervangen, net als de perfect gecaste hoofdrolspeler Willem Voogd. Vooral dat laatste is een aderlating, ook al hebben de makers met Leendert van Ridder een charmante vervanger gevonden.
Maar ergens kun je je ook afvragen hoe kwalijk dat is. De fans van de eerste delen zullen immers de doelgroepleeftijd zijn ontgroeid, dus kan een nieuwe cast ook weer een nieuwe groep kijkers enthousiast krijgen. Volwassenen prikken misschien makkelijk door het uitmelken van die succesformule heen, maar het jonge publiek hoeft daar geen last van te hebben.
Vreemd is wel dat deze nieuwe film verder lijkt te gaan alsof alles hetzelfde is gebleven. Scenarist Tijs van Marle, ook verantwoordelijk voor de vorige trilogie, laat een nieuwe introductie achterwege. Daardoor voelt het begin van dit deel niet helemaal lekker. Nieuwe kijkers krijgen geen tijd om Tobias, Sep of Kees te leren kennen, terwijl kenners van de vorige films weer geen verklaring krijgen voor waarom dat hele afscheid uit de vorige film nooit lijkt te zijn gebeurd, en waarom iedere acteur opeens is vervangen (behalve Sanne Wallis de Vries als het strenge en stuntelende schoolhoofd Dreus). Mees Kees Langs de Lijn lijkt zowel een reboot als een vervolg te willen zijn. Dat komt niet goed van de grond.
Het had de makers gesierd als ze meer moeite hadden gestoken in een brug met de vorige films, maar ondanks de nonchalante opzet zal de formule nog altijd prima werken. Onder regie van speelfilmdebutant Aniëlle Webster probeert meester Kees zijn klasje ditmaal klaar te stomen voor een voetbaltoernooi. En voor de toekomst: iedere leerling mag vertellen wat hij later wil worden. Tobias, die nog altijd de dood van zijn vader een plekje probeert te geven, is de enige die geen idee heeft wat er van hem terecht moet komen.
Dat gedeelte was een kans voor Webster en Van Marle om opnieuw de warme vriendschap tussen Tobias en zijn meester erbij te halen, maar voor dat soort momenten is er in Mees Kees Langs de Lijn weinig ruimte. Dit is vooral een onbekommerde film die tussen de olijke momentjes door benadrukt dat je met de juiste instelling alles een positieve draai kunt geven. Dat voelt minder oprecht dan de vorige delen, maar het zorgeloze sfeertje charmeert wel. En ook dat hoort onlosmakelijk bij deze boekverfilmingen.