In de jaren dertig van de vorige eeuw reist de Britse journalist George Hogg naar China om daar verslag te doen van de Japanse invasie. Samen met zijn collega Barnes doet hij zich voor als lid van het Rode Kruis om het compleet afgeschermde en door Japanners overspoelde Nanjing binnen te komen. Hogg komt terecht in de hel op een slechte dag en dreigt geëxecuteerd te worden voor het nemen van fotos. Hij wordt gered door de charismatische bommenlegger Chen Hansheng en reist verder naar het plattelandsdorp Huang Shi. Een zestigtal weesjongens, een kokkin en honderden actieve luizen staan te springen om zijn komst. Wat hij vooraf niet weet is dat hij zijn pen ongemoeid zal laten; doorzettingsvermogen, tact en handwerk is alles wat telt. Net wanneer de schoffies hem vertrouwen en hij op het punt staat om als leraar aan de slag te gaan, geven de Japanners te kennen dat ze in de weesjongens potentieel nieuwe manschappen zien, klaar voor gebruik. Het is aan Hogg om voor een veilig heenkomen te zorgen. Wat volgt is een barre trektocht van meer dan duizend kilometer. Dwars door de bergen met paard en kar, op weg naar de tempel van Shandan.
Zelden komt er een film voorbij waarin vrouwelijk personages zo veel macht en zelfvertrouwen uitstralen dat de mannelijke hoofdpersonages in het niet vallen. Zo is Radha Mitchell als de Australische verpleegster Lee Pearson dé kracht achter Hogg met wie hij zich direct verbonden voelt. Anders dan verwacht is ze niet van het romantische soort. Ze aarzelt dan ook niet om hem in zijn blootje onder het toeziend oog van zestig schoffies te ontluizen. Maar de ster van The Children of Huang Shi is Michelle Yeoh in de rol van Mrs. Wang, een dame die ten tijde van de bezetting voor alles kan zorgen, zelfs de verboden drug opium. Ondanks het feit dat Yeoh slechts een bijrol heeft, blijft juist haar rol in het geheugen gegrift staan. Gedistingeerd, mysterieus en meelijwekkend typeren haar rol als vrouw tussen de mannen. Tussen Mrs. Wang en Hogg broeit een zinderende verhouding, maar ontvlammen doet zij niet. Dit geeft het verhaal het benodigde realisme. De emoties zijn voelbaar en de aantrekkingskracht zichtbaar zonder dat er op Amerikaanse wijze woorden aan worden verspild. Zo ook bij de herrieschoppende, hoogst irritante adolescent Shi-Kai en bij de lieve Ching. Er wordt soms gehint naar traumatische gebeurtenissen, maar deze worden nergens uitgediept. Het is oorlog, iedereen heeft verdriet.
Regisseur Roger Spottiswoode brengt de landschappen op magnifieke wijze in beeld. De reis van Huang Shi naar het aan de rand van de Gobiwoestijn gelegen Shandan is snoep voor de ogen, evenals de transformatie die het weeshuis doormaakt van krot tot thuishaven. De kostuums, met name die van Mrs. Wang, zijn jaloersmakend mooi door de vele details en subtiele kleurschakeringen. Er is echter één jammerlijk element in The Children of Huang Shi en dat is het overdreven neerzetten van Hogg als held. Vooral aan het einde neemt dit een groot deel van de realistische dramatiek weg. Tot dat moment had hij samen met Lee, Chen en de weesjongens voor een nieuwe toekomst gezorgd, maar aan het einde wordt de indruk gewekt dat het vooral zijn eigen verdienste is geweest. Als ode aan de echt bestaande George Hogg is het echter een mooie warme vertelling geworden waarin enkele nog levende weesjongens, inmiddels bejaarde mannen, het verhaal zélf kunnen afsluiten. Hier kunnen veel zogenaamde based-on-true-events-verhalen nog een puntje aan zuigen.