Voordat hij in 1967 doorbrak als zanger, was Leonard Cohen vooral bekend als aanstormend dichter. Zowat de helft van elk jaar bracht hij door in een gemeenschap van buitenlandse kunstenaars op het Griekse eiland Hydra, waar hij ook zijn muze ontmoette: de Noorse blondine Marianne Ihlen. Een langdurige romance bloeide op. Toen hij eenmaal beroemd werd, bleek de relatie niet vol te houden. Hij schreef er nog minstens drie beroemde liederen over, waaronder uiteraard So Long, Marianne. Dit is het verhaal van hun vurige liefde.
De gemeenschap op Hydra was er in de jaren zestig een van iedereen doet het met iedereen. De maker van deze documentaire, Nick Broomfield, was daar ook korte tijd minnaar van Ihlen. Tegelijkertijd met Cohen zelfs. Het is dus niet verwonderlijk dat hij zichzelf ook in de film heeft verwerkt. En hij maakt zijn rol niet groter dan hij is: een passant in een veel groter liefdesverhaal.
Het stel dat centraal staat is maar weinig samen gefilmd. Gelukkig had cinematograaf D.A. Pennebaker nog wat rolletjes bewegend beeld van het liefdespaar, dat samen door de straten van Hydra kuiert. Verder moeten we het in dat opzicht louter doen met foto's, een stel pratende hoofden en de mijmeringen van Broomfield zelf. Althans, tot het veel beter gedocumenteerde vroege deel van Cohens muzikale carrière. Het maar blijven kijken naar stilstaand beeld en luisteren naar praatstemmen, vooral de eerste helft van de documentaire, is al heel snel bloedsaai.
Dat verdient dit verhaal niet, want er is genoeg spanning voor een zeer boeiende vertelling over de liefdeshistorie van Marianne en Leonard. Ihlen had bijvoorbeeld een jonge zoon meegesleept naar het eiland, die onder druk van de wilde levensstijl van zijn moeder vooral een verzameling jeugdtrauma's opbouwde. Ook was er het egoïsme dat vaak bij het artistieke proces hoort, zeker toen Cohen aan zijn roman Beautiful Losers sleutelde. En nog erger zodra het boek flopte. En nadat hij als zanger wél succes kreeg, werd het contact met Ihlen steeds minder en steeds moeilijker. En dan waren het ook nog de jaren zestig en had Cohen een libido van heb-ik-jou-daar.
Door het soort informatie waar Broomfield over beschikt, en zijn onwelwillendheid - of gebrek aan middelen, wat ook mogelijk is - om de gaten op een andere creatieve manier in te vullen, is film niet de vanzelfsprekende keuze om dit verhaal mee te vertellen. Zelfs voor een fan is de kans groot dat het allemaal te ondoordringbaar wordt. Had hij een boek geschreven, dan was het bijna zeker een stuk geslaagder. Wat dat betreft is het geen zegen dat Broomfield van huis uit documentairemaker is. Film is de vorm die hij kent en logischerwijs kiest. De film is voor sommigen vast boeiend genoeg om geïntrigeerd door te blijven, maar buiten kijf staat dat het optimaler had gekund. Veel optimaler.
Het enige wat de film nog legitimeert is het gevoelige slotakkoord, wanneer de twee oud-geliefden nog één keer contact hebben voordat Ihlen sterft. Cohen heeft dan ook nog maar drie maanden te leven. Nog een keer delen ze iets moois. Maar daar heb je dan wel eerst twee lange uren op moeten wachten. Marianne & Leonard: Words of Love is uiteindelijk een van de grote teleurstellingen van de films die uit de afgelopen editie van het IDFA-festival zijn komen rollen. En behalve de aantrekkingskracht van de naam Leonard Cohen, is het amper goed te praten dat hij nog vrij breed wordt uitgebracht. Het is vooral een verplicht nummertje voor de allergrootste fans van de zanger.