Met de chronologie in films, series en boeken moet je zeer zorgvuldig omspringen. Niemand wordt heel blij van een inspiratieloze en-toen-en-toen-aanpak waarin gebeurtenissen keurig na elkaar plaatsvinden. Vaak is het wel de meest effectieve vertelstijl omdat je dan makkelijk meegaat in de ontwikkeling van een personage. Ga je de tijd omgooien dan is het oppassen geblazen.
Bij het Italiaanse drama Il Colibrì van Francesca Archibugi, dat gebaseerd is op een boek van Sandro Veronesi, lijkt de wil om alles in de juiste volgorde te vertellen zo tegen te staan dat het een doel op zich is geworden het anders te doen. De verwarring is al compleet als de eerste scènes over het scherm zijn gerold. Er is geen tijd om te wennen aan de personages, hun onderlinge relaties en hun omstandigheden.
We maken kennis met de centrale figuur Marco Carrera die we in verschillende fases van zijn leven zien, maar die vrijwel altijd wordt vertolkt door Pierfrancesco Favino. Uit zijn grijzende slapen en uiteindelijk witte haardos moeten we de chronologie ontwaren. Het draait om de vraag hoe een leven eruit had kunnen zien als er andere keuzes waren gemaakt of het lot anders had bepaald. Een essentiële vraag die veel mensen bezighoudt.
Marco is aan een vliegtuigramp ontsnapt en zoekt contact met een stewardess die hetzelfde is overkomen en de media heeft opgezocht. Met deze Marina trouwt Marco uiteindelijk, maar al sinds zijn kindertijd onderhoudt de man een hechte band met zijn Franse buurmeisje Luisa. Terwijl de jaren voortschrijden blijven Marco en Luisa innig contact onderhouden. Het lijkt de enige constante in hun turbulente levens, maar amoureus lijkt het nooit te worden.
Doordat het plotmatig zo door elkaar gehusseld is, lukt het Archibugi niet om het gevoel aan te spreken. Het is lastig om in het verhaal te komen. Het gepuzzel over waar we Marco's belevenissen en gevoelens ergens in de tijdlijn moeten plaatsen doet een enorm beroep op het verstand. Hierdoor is er nauwelijks ruimte om ook nog iets op het emotionele vlak te beleven. In een boek kan een schrijver gevoelens verwoorden en duiden, maar film heeft de beperking dat dit lastig in beeld is te brengen.
Als moreel geweten wordt een psychiater opgetrommeld, gespeeld door veteraan Nanni Moretti, die voortdurend in Marco's leven opduikt. Naast verlangen, weemoed en wat had kunnen zijn staat de vraag centraal wat je moet doen om bij jezelf te blijven en hoe tegenslag en emoties te boven te komen. Door Marco vanaf de jaren zeventig te volgen krijg je weliswaar een episch beeld van zijn levensloop, maar echt grote impact heeft het niet, laat staan dat het inslaat als een bom.