Elke zomer verschijnt er in Nederland een reeks bijzondere films onder het banier 'Previously unreleased', die anders het daglicht niet zouden hebben gezien. Althans, niet in de bioscopen. En elk jaar zit er minstens één tussen waarvan je echt niet kunt bevatten dat geen enkele distributeur hem een normale release heeft gegeven. Vooruit, misschien is The Last Black Man in San Francisco wat moeilijk te marketen. Maar het is er ook zo'n film waarbij je binnen vijf minuten doorhebt dat dit écht iets bijzonders is. En een die dagenlang kan blijven nazingen.
Jimmie Fails speelt - nou ja, bijna dan - zichzelf. Als James Fails IV zit hij met een ongelukkige erfenis. Het prachtige huis waar hij is opgegroeid is door zijn pa jaren geleden verkocht om een verslaving te bekostigen. Jimmie gaat elke dag naar dat huis om voor de tuin te zorgen of kozijnen in de verf te zetten, al zitten de nieuwe, rijke bewoners helemaal niet te wachten op zijn aanwezigheid. Maar, zo vertelt Jimmie graag, zijn opa heeft dit huis gebouwd in 1946. De eerste zwarte man in San Francisco. Jimmie kan niet anders dan erbij blijven. En dan dient zich een kans aan om het terug te pakken.
Onafscheidelijk is zijn beste vriend Mont, een toneelschrijver in de dop. Samen wonen ze in bij Monts blinde opa, met wie ze samen oude films kijken. Ze zijn de buitenbeentjes van hun zwarte wijk, de raar geklede dromers tussen de wannabe-gangsters. Hun vriendschap is het anker waar de hele rest van de film stevig aan vastligt. Het is een diepe band die is gebaseerd op de vriendschap van de beide bedenkers, Fails en regisseur Joe Talbot. En een waar Jonathan Majors als acteur met gemak op wist in te haken. Dit zijn mannen die kwetsbaar naar elkaar durven te zijn, die elkaar versterken en alles aankunnen.
Hun San Francisco is een merkwaardig microkosmos. Vierogige vissen spoelen aan, een straatprediker verstoort de boel. Er kan zomaar een naakte oude man naast je komen zitten in een bushokje; en dit nu vooraf prijsgeven verpest de scène niet eens. Het ding is: je kunt alles afvuren op Jimmie en Mont. Of het volstrekte absurditeit is of existentiële twijfel, of een diepe menselijke tragedie, ze gaan er op hun eigen manier mee om. Ongeacht of Fails hierna nog andere goede rollen gaat neerzetten, met deze gefictionaliseerde versie van zichzelf heeft hij goud in handen. Hier zijn nog meer verhalen te vertellen. En wat deze film en Da 5 Bloods duidelijk maken, is dat Jonathan Majors een grote gaat worden.
Als je niet vooraf weet dat Talbot nog nooit eerder een speelfilm heeft gemaakt, is er ook geen enkele aanwijzing dat dit het geval is. The Last Black Man in San Francisco is met een ongekend zelfvertrouwen gemaakt. Elk shot klopt, zowel op technisch vlak als wat betreft de sfeer die ervan afdruipt. En de makers begonnen met niets. Hun Kickstarter-campagne trok enorme aandacht dankzij een demo die ze vooraf opnamen, en toen kwam Brad Pitts productiebedrijf Plan B met een zak geld.
Dit verhaal gaat ook over mythes, oftewel de verhalen die we onszelf vertellen over onszelf. Talbot en medescenarist Richert hebben dit principe volledig kunnen uitmelken. Want wat gebeurt er als de mythe op is, wat als iemand hem op een andere manier wil vertellen en wat als je vergeet dat het eigenlijk maar een mythe is? En de volstrekte originaliteit waarmee dit wordt verteld, maakt dat The Last Black Man in San Francisco zelf misschien zelf een nieuwe mythe is.
Wil een topscore zeggen dat deze film voor iedereen genietbaar is? Nee, natuurlijk niet. Maar wel dat dit zeker iets is wat je nog nooit eerder hebt gezien. Een film die iets diep menselijks raakt, en die tijdloos gaat blijken. 'San Francisco (Be Sure to Wear Flowers in Your Hair)' zal nooit meer hetzelfde klinken vanwege deze film. Als je pretendeert een filmliefhebber te zijn, ben je op zijn minst verplicht om hier je eigen mening over te vormen. Je hebt maar kort de tijd. Succes!