De opening van The Black Balloon is zeldzaam mooi. De filmtitels vallen in stijlvol wit over zonnige beelden van een Australische woonwijk. De acteursnamen komen voorbij, maar ook verschijnen er woorden als letterbox naast de brievenbus en sky in de blauwe hemel. Later blijkt waarom: de autistische hoofdpersoon wil maar niet praten en zijn ouders hopen dat met naamplaatjes te verhelpen. Net zo stijlvol en inventief als de openingsscène is de rest van de film niet, maar The Black Balloon biedt gelukkig wél wat in vergelijkbare dramas vaak ontbreekt: eerlijkheid.
De film gaat over volwassen worden, verantwoordelijk zijn en de eerste liefde. Thomas is zestien jaar en net verhuisd. Dat heeft op zich al genoeg drama in zich voor een hele film, maar er is meer aan de hand. Thomas broer Charlie is autistisch. Hij draagt een luier maar heeft een uit de kluiten gewassen jongemannenlichaam. Het gezin gaat er op voorbeeldige wijze mee om, maar dat blijkt een hele opgave te midden van de kleinburgerlijke moraal waar men dit soort zonderlingen liever kwijt dan rijk is. Thomas wil bovendien niets liever dan conformeren, zoals elke puber, maar kan dat wel als je zo veel verantwoordelijkheid moet dragen voor je gehandicapte broer?
Regisseuse Elissa Down schreef zelf het script, gebaseerd op haar eigen jeugd. Het is dus een heel persoonlijk verhaal. Dat helpt, want The Black Balloon weet op de moeilijkste momenten te overtuigen. Het verjaardagsfeestje van Thomas bijvoorbeeld. Zijn nieuwe, beeldschone vriendinnetje Jackie (topmodel Gemma Ward) eet gezellig mee en kan gelukkig heel goed overweg met Charlie. Het lijkt de perfecte avond voor Thomas: zó hoort het. Toch komt het tot een botsing vanwege Charlies onbehouwen gedrag. Er ontstaat een onbedoeld gewelddadige ruzie, wat heel direct is geënsceneerd. Het zijn momenten waar normaal je tenen van gaan krommen, maar hier voegt het veel toe aan de emotionele lading van de film.
Zoiets had Elissa Down duidelijk voor ogen met haar egofictie: een oprecht verhaal dat dicht bij de werkelijkheid staat en waar de kijker zich gemakkelijk in an verplaatsen. Dat laatste komt wat geforceerd over. The Black Balloon wekt de indruk dat er een beeld bijgesteld moet worden: een gezin met autistisch kind wordt hier verdedigd tegenover de gemene buren, terwijl dat helemaal niet nodig moet zijn. Dat ze goede mensen zijn die er het beste van maken, hoeft ons niet nadrukkelijk uitgelegd te worden. Ook de welpenliefde tussen Thomas en Jackie is wat dik aangezet. The Black Balloon blijft een goede film, ook omdat het spel van Luke Ford als Charlie en Toni Collette als de hoogzwangere moeder het hooggespannen karakterdrama glans geven. Ford overtuigt in het bijzonder, alleen al omdat zijn spel niet geforceerd overkomt. De vele tics, maniertjes en geluiden heeft hij zich volledig eigen gemaakt. Ook Elissa Down eigent zich de film toe en mag er trots op zijn; het is knap om je eigen verhaal zo onopgesmukt te delen met een groot publiek.