Zombibi
Recensie

Zombibi (2012)

De tweede Nederlandse zombiekomedie binnen een half jaar is effectiever dan New Kids Nitro, maar helaas geen hoogvlieger; zeker niet in vergelijking met internationale tegenhangers.

in Recensies
Leestijd: 3 min 55 sec
Regie: Erwin van den Eshof & Martijn Smits | Cast: Yahya Gaier (Aziz), Mimoun Ouled Radi (Mo), Gigi Ravelli (Kim), Sergio Hasselbaink (Jeffrey), Uriah Arnhem (Nolan), e.a.| Speelduur: 87 minuten | Jaar: 2012

In mei vorig jaar werd Zombibi aangekondigd als de eerste zombiekomedie van Nederlandse bodem. Enkele bezoekers van FilmTotaal opperden in hun reactie op dit nieuws dat het een stuk interessanter zou zijn om de Brabantse New Kids ten strijde de zien trekken tegen zombies. Dat bleek niet tegen dovenmansoren gezegd, want afgelopen december zochten de aso’s uit Maaskantje het inderdaad in die richting. Initieel leek het gras dus al voor Zombibi’s voeten te zijn weggemaaid, maar aangezien New Kids Nitro het zombiegegeven niet al te best wist te benutten, kun je de film ook beschouwen als een kans voor de makers om te laten zien hoe het wél moet. Zombibi slaagt als zombiekomedie beter dan de laatste New Kids maar kent helaas toch iets te veel missers om als geheel te overtuigen.

Oorspronkelijk zou de film Shouf Shouf Zombibi heten, maar in combinatie met de aanwezigheid van acteur Mimoun Ouled Radi wekte die titel vermoedelijk te veel de suggestie van een link met de bijna gelijknamige film en vervolgserie. Zodoende zijn de eerste twee woorden geschrapt, wat zeker een verbetering is. Door twee Marokkaanse broers centraal te stellen mikt de film echter wel op min of meer dezelfde doelgroep. Dat leidt met name in het eerste half uur tot een aantal tenenkrommend flauwe stereotyperingen van Marokkaanse jongeren; een traditie waarvan gehoopt werd dat die met Rabat toch wel was afgesloten. Gelukkig wordt het daarna iets beter.

Waar Aziz met zijn saaie kantoorbaan het brave jongetje uithangt, is zijn broer Mo de nietsnut die meer geïnteresseerd is in feestjes en lol maken. Die onbezorgde leefstijl leidt tot een treffen met twee Surinaamse jongens, waarna het hele viertal een nachtje in de cel mag doorbrengen. De volgende ochtend blijkt een hoop veranderd: op het kantoor waar Aziz de vorige dag nog werkzaam was, is een ruimtestation neergestort, wat ervoor gezorgd heeft dat het grootste gedeelte van de plaatselijke bevolking in zombies is veranderd. De twee broers en hun Surinaamse tegenhangers trekken samen met een jonge politieagente en een gewetenloze bankier de stad in om een veilig gebied te zoeken.

Zombibi volgt grotendeels het stramien van een traditionele zombiefilm (een gevarieerd gezelschap, een reddingsmissie, een bezoekje aan een warenhuis waarbij iedereen zijn wapen kiest), maar weet met humor ervoor te zorgen dat dit alles niet enorm clichématig overkomt. Zo werkt het vrij goed om de etniciteit van de personages tegen elkaar uit te spelen, zonder deze al te expliciet te benadrukken. Het idee van een reddingsmissie is verre van nieuw maar de film weet deze plotlijn een alleraardigst staartje te geven. Echter, te vaak drenkt de film zich in een zekere mate van zelfbewustheid. Iemand met een enorm machinegeweer die “Say hello to my little friend” roept, is iets waar je je anno 2012 nog maar moeilijk druk over kunt maken. En als een ander personage vervolgens beweert dat het citeren van Scarface enorm afgezaagd is, wordt de vierde wand misschien net te veel doorbroken.

De film bevat meer van dit soort kleine struikelblokken. Zo is bijvoorbeeld Carlo Boszhard regelmatig te zien in zijn treffende parodie van Jan de Hoop (presentator van het RTL Ontbijtnieuws). Een leuke grap, want deze nieuwslezer is door de jaren heen zo vaak geteisterd door falende techniek dat hij zelfs tijdens een zombieapocalyps nog onverstoorbaar doorgaat. Maar was deze grap niet veel sterker geweest als de echte Jan de Hoop gewoon zichzelf zou spelen? De setting maakt hier immers de grap. Overigens is nog wel de echte Ben Saunders in een cameo te zien, terwijl ook van hem een Carlo Boszhard-typetje bestaat (maar goed, van welke bekende Nederlander onderhand nog niet?). Saunders’ kortstondige optreden leidt tot een van de leukste momenten, al is hiervoor wel erg duidelijk leentjebuur gespeeld bij Zombieland.

Zombibi is als zombiefilm behoorlijk geslaagd (het bloed en de ingewanden vliegen veelvuldig in het rond) en doet het niet onaardig als komedie (vooral de ‘mercy kill’-scène zal menigeen bijblijven), maar mist ergens een verbindende factor. Op momenten dat niet wordt gemikt op humor of smerige taferelen, komt de film piepend en krakend tot stilstand door de ontzettend duffe dialogen waar de acteurs overduidelijk niets mee kunnen. Wat bepaald niet helpt is dat Aziz een van de saaist denkbare hoofdpersonen is. Nu is het nooit erg om de humor aan de bijrollen over te laten, maar wanneer de dood overal loert en het gezelschap steeds kleiner wordt, is het voor de kijker toch wel prettig als de hoofdpersoon meer aansprekende eigenschappen heeft dan verstandigheid en naïviteit.