Nicolas Cage maakt nog steeds de ene film na de andere. Tien films in twee jaar tijd is een behoorlijke prestatie. Maar die films zijn vaak niet heel duur en worden door zijn bedrijf Saturn Film geproduceerd met crewleden die al eerder voor hem werkten. Sommige van die producties zijn vluggertjes, zoals deze sciencefictionfilm Arcadian. Het script is allesbehalve origineel en moet in een week zijn geschreven. Voor goedkope decors filmde men in Ierland. De productie had weinig meer nodig dan twee boerderijen, een glooiend landschap en een bos. En Cage zelf doet maar een halve film mee.
Scenarist Michael Nilon, die voor Cage Left Behind, Tokarev en The Unbearable Weight of Massive Talent produceerde, haalde de mosterd bij A Quiet Place. Je kunt er echt niet omheen. Maar in plaats van monsters die reageren op geluid, duiken hier monsters op die het daglicht niet kunnen verdragen. Nilon kopieerde ook de vage vorm van de beestjes uit de instant klassieker van John Krasinski. Wat de wezens zijn, wordt nooit duidelijk. Het doet soms denken aan de weerwolven uit Dog Soldiers van Neil Marshall.
Nilon houdt de wereld die hij schetst heel vaag. Er is een catastrofe gebeurd waardoor heel veel mensen dood gingen. Maar wie of wat die ramp veroorzaakt heeft, wordt nooit helemaal duidelijk. Paul - een Nicolas Cage die voor een keer niet overacteert, maar wel zijn automatische piloot inschakelde - heeft zich met zijn twee tienerzonen Joseph en Thomas verschanst in een boerderij. Overdag kunnen ze vrij rondlopen in de open vlakten. Het bos dienen ze echter te vermijden. Wanneer de nacht valt, moeten ze binnenblijven, want dan komen er monsters aan de deur krassen.
Cage wordt in de korte en te verwaarlozen intro geschetst als een vaderfiguur die alles zou doen om zijn twee jongens te beschermen. Maar de focus van het verhaal verschuift al snel naar Joseph en Thomas. Tussen de broers botert het niet. Joseph luistert naar zijn vader en probeert oplossingen te vinden om de monsters buiten te houden, terwijl Thomas een rebels karakter heeft en alle waarschuwingen in de wind slaat omdat hij een meisje in een naburige boerderij heeft leren kennen.
Het conflict tussen de broers zorgt voor een crisissituatie waarbij Paul niet in de mogelijkheid verkeert om hen bij te staan. Dat is het meest interessante aspect van Arcadian, maar anderzijds verwacht je ergens dat Cage de film zal dragen. Niet dus. Je krijgt de indruk dat Cage slechts een week beschikbaar was op de set, omdat hij ergens anders een nieuwe productie ging opzetten. Maar zonder Cage was deze film uiteraard nooit gemaakt.
De jonge muziekvideofilmer Benjamin Brewer, die met Cage werkte aan The Trust, werd ingeschakeld om de regie te voeren. In een aantal scènes, vooral met actiemomenten, bakt hij er niet veel van. Je ziet amper wat er gebeurt omdat het te donker is of omdat er shots ontbreken. Het gaat Brewer beter af wanneer hij de relatie tussen de broers schetst.
Arcadian zal niet de geschiedenis ingaan als de meest memorabele Nic Cage-film en zeker niet als een topper in het sciencefictionhorrorgenre. Maar als je geen hoge eisen stelt en het zwakke script, het weinig origineel concept en de onevenwichtige regie door de vingers ziet, laat de prent zich nog relatief vlot bekijken. Hij wordt zelfs rechtgehouden door het uitstekende acteerwerk van de rijzende sterren Jaeden Martell en Maxwell Jenkins.