De filmindustrie is misschien wat hardleers, maar dat het ijzer gesmeed moet worden als het heet is, hoeft ze niet aan het verstand gebracht te worden. Amper een jaar na de Amerikaanse en nog geen zeven maanden na de Nederlandse release van Saw wordt deel twee al weer gelanceerd. Nieuwsberichten over de lugubere, afgekeurde filmposter en de tagline "Oh yes, there will be blood" deden de fans watertanden, maar het is spijtig om te moeten concluderen dat ook Saw II de filmwetten inzake snelle remakes niet heeft kunnen veranderen. De film straalt aan alle kanten gehaastheid uit en is ondanks een aantal inventieve gruwelijkheden een ondermaats aftreksel van het origineel.
Vrijwel alle verschillen met deel één pakken verkeerd uit. Onder het mom van "meer is beter" (een klassieke fout) worden dit keer acht mensen tegelijkertijd blootgesteld aan de moorddadige spelletjes van Jigsaw. In een afgesloten huis dat langzaam wordt gevuld met een dodelijk gas (wie aan horror denkt, denkt nou niet meteen aan zo'n saaie 'silent killer') moeten deze Big Brother bewoners het tegengif zien te vinden dat her en der verstopt is. Uiteraard komen ze allerlei dodelijke obstakels tegen, maar van moord met een moraal is dit keer nauwelijks sprake. In een setting die hinderlijk aan Cube doet denken, dreigen de onnozele halzen (want dat zijn ze) rechttoe, rechtaan aan hun einde te komen. De naargeestige spanning die Saw zo aantrekkelijk maakte, wordt in de openingsscène nog wel geëvenaard (misschien zelfs overtroffen), maar vervolgens vliegensvlug ingeruild voor een nieuwsgierige opwinding over wie het volgende slachtoffer zal zijn en hoe dat zal gebeuren. En zo lijkt de film ineens verdraaid veel op een ordinaire slasher movie, iets wat Saw nou juist níet was. Het maakt al snel niet meer uit wie er zal sneuvelen, laat staan waarom. Als de gedupeerden ook elkáár nog eens de hersens gaan inslaan, zou je willen dat het allemaal wat sneller ging. Meer boobytraps hadden zeker niet misstaan.
Zelfs de grote rol van Jigsaw maakt de film er nauwelijks interessanter op. Met zijn spitsvondige spelletjes had hij veel ontzag ingeboezemd, maar zijn nadrukkelijke verschijning doet dat grotendeels weer teniet. Jigsaw wordt verteerd door kanker en dat geeft hem een zwakke en onmachtige uitstraling. Het infuus, de zuurstofvoorziening en de rolstoel maken hem eerder tot een seniele oude man, dan een angstaanjagende moordenaar. Wat de film uiteindelijk nog rest zijn de bloederigheden, die dik in orde zijn, en de twist op het eind, die zeker niet onaardig is, maar redelijk vergezocht en allesbehalve definitief (deel drie is al weer in de maak!). De uitspraak dat matige remakes die elkaar te snel opvolgen ook de oorspronkelijke film naar beneden kunnen halen, is voor discussie vatbaar, maar je zou kunnen zeggen dat het frisse Saw van vorig jaar nu al afgezaagd is, of ligt die woordspeling wel erg naast de hand?