Imelda Marcos staat bij het grote publiek vooral bekend om haar schoenen. Beelden van haar immense schoenencollectie zijn zowel voor, tijdens, als na de afzetting van haar man de wereld overgegaan. Imelda is de extravagante weduwe van de Filipijnse president-dictator Ferdinand Marcos en groot liefhebber van excessen. Inmiddels is dit Koude Oorlog-monument één van de laatst overgebleven leden van een beruchte generatie wereldleiders, voor wie ijdelheid geen zonde was maar een bestuurskundige kracht. Saddam, Gaddafi, Mao; de inmiddels bejaarde Filipijnse vrouw was bij allen kind aan huis. Het verbaast dan ook nauwelijks dat ze haar beste jurk uit de kast heeft getrokken en al het goud en fluweel in de zitkamer nog eens goed heeft laten poetsen en borstelen voor haar medewerking aan deze film, die voornamelijk bedoeld is om de wereld te waarschuwen voor mensen zoals zij.
De opening van The Kingmaker zet de toon voor de eerste helft van de film. Voor het stoplicht wachtend kan het raampje van de auto net ver genoeg opengedraaid worden voor Imelda om speciaal hiervoor meegebrachte bankbiljetten in de handen van de arme bevolking te stoppen. Waar de documentaire net als Lauren Greenfields eerdere succesfilm The Queen Of Versailles een beeld wil neerzetten van een vrouw die de greep op de realiteit heeft verloren, laat de vrouw zien dat ze onaantastbaar is. Het doet haar niets wat de buitenwereld van haar vindt, of dat nou de filmcrew is of het volk dat met lege handen achterblijft als het stoplicht op groen springt. Haar beeld als weldoener blijft intact, hoe knettergek mensen in Europese filmzalen haar ook vinden.
Deze eerste helft van de film belooft een portret met diepgang en met een dankbaar onderwerp. Veel excentrieker dan Imelda worden ze immers niet, en veel eerlijker ook niet. Want hoe mesjogge ook, instabiel is haar waarheid niet. Ze heeft het ooit nog gehad met Mao Zedong over wereldvrede, ze had geen belang bij de toevallige dood van een politieke tegenstander die te veel praatte en trouwens, dat schilderijtje aan de muur is een authentieke Michelangelo.
Er zijn echter belangrijker zaken in het leven dan Imelda, zelfs op de Filippijnen. De jaren tachtig liggen immers ver achter ons en de macht op het Aziatische eilandenrijk is nu in handen van iemand die, voor zover mogelijk, nog controversiëler is: Rodrigo Duterte. De maatschappelijke waarschuwing blijkt echter moeilijk te verwoorden op een wijze die aansloot bij de in het eerste deel ingeslagen weg. Het absurdistische portret verandert in een weergave van een verrot en corrupt politiek systeem. Waarbij de familie Marcos weliswaar een flinke vinger in de pap heeft - flinker nog dan je zou vermoeden - maar waarbij de gevolgen van Imelda belangrijker zijn dan Imelda zelf.
Een kudde gedegenereerde giraffen met korte nekken moet uiteindelijk de eerste met de tweede helft van de film verbinden. De door Imelda in de jaren tachtig ingevoerde en op een willekeurig eiland uitgezette Afrikaanse dieren - het paradijs kun je immers gewoon kopen - wandelen in het laatste kwartier te pas en te onpas door beeld. Hoewel de korte nekken inderdaad een mooie metafoor vormen voor het generaties durende lijden dat corrupt despotisme teweegbrengt, benadrukken ze vooral de vraag naar het onderwerp van de film.
Een reeks aan gemartelde vrouwen, afgeschoten drugsgebruikers en op zijn minst ondoorzichtige verkiezingsbijeenkomsten, leidt ons ver weg van het openingsbeeld met het open autoraam. Imelda blijft de hele film weerbarstig Imelda, maar haar duizenden schoenen zijn opgelost in onderdrukte opstandelingen en steeds weliger tierende armoede. Het einde lijkt nog vaag met het begin te maken te hebben, maar de boodschap van de film blijkt voor de makers belangrijker dan de schoonheid ervan.