Er worden de laatste jaren interessante dingen gefilmd in Griekenland. De meningen lopen uiteen over de vraag of de economische malaise in het mediterrane land er direct iets mee te maken heeft. Toch zorgt een crisis vaak wel voor uitzonderlijke creativiteit. Er wordt zelfs gesproken over een nieuwe golf in de moderne Griekse cinema, veelal gekenmerkt door een bizar-komische toon. Recente uitingen van de beweging zoal Dogtooth en Attenberg belandden ook in onze Hollandse filmhuizen. Het warrige kloosterdrama Metéora van de Grieks-Colombiaanse filmmaker Spiros Stathoulopoulos is geen van dit alles. Als de boel niet zou zijn opgesierd door prachtige middeleeuws aandoende animaties was het verhaal over een onmogelijke en bovenal ongrijpbare liefde tussen een non en een monnik zelfs dodelijk saai geworden.
De setting die Stathoulopoulos ons voorschotelt is van haast mythische proporties. Van het moeilijk te doorgronden Griekse soort. De Russiche non Urania woont op de linker bergtop van het woeste Griekse binnenland en wordt met een net en een touw dagelijks door haar medekloosterlingen op en neer gehesen. Smachtend op de berg ernaast zit monnik Theodoros die dagelijks vanaf een stenen trap neerdaalt. Tussen de bergen in staat een kleinere rots met daarop een eenzame boom. De twee geestelijken hebben quasi-geheime ontmoetingen en picknicks. Tussen de celibatair levende zielen woedt een ontembaar verlangen. De heimelijke geliefden kunnen steeds moeilijker de keuze maken tussen het dienen van God en het volgen van hun gevoel en vleselijke lusten.
Metéora, waarvan de titel verwijst naar de typisch Griekse rotskloosters, is niet met een al te denderend groot budget gemaakt. Dit is er door de kil aandoende digitale videoshots ook wel een beetje aan af te zien. Het enkele trucageshot zien er wat amateuristisch uit, waardoor de twee religieuze tortelduifjes bijvoorbeeld nogal vreemd aftekenen tegen hun omgeving. De beelden in hun beider kloosters hebben weer meer weg van een documentaire over het kloosterleven.
De karige financiële middelen hebben echter ook geleid tot creatieve oplossingen. Stathoulopoulos scoort punten met zijn eenvoudig maar prachtige, als iconen geanimeerde intermezzo's waarmee het gevoelsleven en de fantasieën van de non en de monnik verbeeld worden. Zo toont hij ons ook de imaginaire onderwereld die zich tussen de kloosters in, diep in de aarde bevindt. Samen met het onderaardse labyrinth vertegenwoordigt dit de onreine gedachtes, zonden en onuitgesproken verlangens van het liefdespaar.
Urania en Theodoros zijn niet bepaald spraakwatervallen. Hun gevoelens kunnen ze enkel en vooral heel voorzichtig met elkaar delen. Op afstand communiceren ze met elkaar door spiegeltjes het zonlicht te laten opvangen. Tijdens hun picknicks praten ze over koetjes en kalfjes en leert Urania Theodoros wat woordjes Russisch. Nee, deze twee geliefden hebben het hart niet op de tong, wat een grote afstand met de kijker schept.
Het nodigt ook niet bepaald uit tot een eigen interpretatie, al was dit ongetwijfeld wel het idee van de regisseur. Stathoulopoulos acht het gegeven van de verboden liefde voldoende om dit zwijgzame tijdloze drama mee te vullen. Dit is een forse onderschatting. De filmmaker tart met zijn tweede speelfilm de conventies van het liefdesdrama, maar lost de verwachtingen die hieraan kleven niet in. Zo worden de ontmoetingen tussen de twee veelal door het lot bepaald. Dit werkt aanvankelijk verfrissend, maar mondt uit in vleesch nog visch.