Als in Amerika het woord 'terrorisme' aan bod komt, kan men niet anders dan denken aan de rokende Twin Towers in New York. Maar deze traditie van brute aanslagen kent een terroristische voorganger, die weinig bekend is buiten de VS. Op 19 april 1995 leidde een bomaanslag in Oklahoma tot 168 doden en honderden gewonden. De dader? Een Amerikaanse veteraan met een bloedhekel aan zijn overheid en de heilige missie die ten gronde te richten.
De HBO-documentaire An American Bombing: The Road to April 19th begint onheilspellend met het begin van grootmoeder Kathy Sanders' dag. In een homevideo spelen kleuters, wiens gruwelijke lot al bezegeld lijkt te zijn. Sanders zal haar twee kleinzonen Colton en Chase verliezen door de autobom, die op 19 april het Alfred P. Murrah Federal Building wegvaagt (en het kinderdagverblijf erin). In de documentaire toont regisseur Marc Levin wat de aanslag met de levens van de slachtoffers heeft gedaan, en hoe de dader Tim McVeigh tot zijn daad gekomen is.
Soortgelijke televisiedocumentaires zijn vaak lang bezig met de opsporing van de dader, maar dat blijkt in het geval van McVeigh kinderspel te zijn. Vlak na de aanslag wordt hij al opgepakt wegens een andere misdaad en netjes uitgeleverd aan de FBI. Hij heeft de uitstraling van een alledaagse vent, maar daarachter schuilt een dodelijke devotie. Koeltjes deelt hij dat het doel de middelen heiligt, en dat burgerslachtoffers daarbij horen. Interviews met advocaten, politieambtenaren en zelfs Bill Cliton dienen ertoe om de gedachtegang van de massamoordenaar te leren begrijpen.
De documentaire duikt de lokale geschiedenis van Oklahoma in om het anti-overheidssentiment te duiden van extreems-rechts in de VS. De verdrukking van de landbouw en de industrie leidde in de jaren tachtig tot een boze boerenbeweging, die hand-in-hand ging met bewegingen als White Power en de Ku Klux Klan. Klinisch wordt geanalyseerd hoe politieke leiders de woedende massa wisten te mobiliseren en te bewapenen. Gecombineerd met getraumatiseerde veteranen uit Amerika's vele oorlogen ontstaan opeens de mogelijkheden tot vergaande terroristische acties, georganiseerd door medeburgers met te veel wapens in de kast.
De getoonde beelden van vuurgevechten tussen milities en handhavers is voor de doorsnee Nederlander van de zotte, maar is voor vele Amerikanen helaas deel van hun geschiedenis. Ook McVeigh meldde dergelijke geweldsuitbarstingen als motivatie voor zijn nietsontziende wraakactie. Ondanks de afschuwelijke gevolgen voor de slachtoffers, is de cyclus van geweld en wantrouwen tot op de dag van vandaag niet gestopt. Levin wijst zonder handomdraai de link aan tussen de eerdere incidenten en de bestorming van het Capitool van 2021; een duidelijke waarschuwing die weinig goeds voorspelt voor de toekomst.
An American Bombing doet een overduidelijke oproep tot bezinning, maar toont daarbij ook meerdere mankementen. In het schipperen tussen het duiden van de aanslag en het schetsen van historische context is een heldere structuur vaak ver te zoeken. De toon vervalt vaak snel in politiek moralisme, dat over een periode van veertig jaar weinig heeft geholpen het tij te keren. Duidelijk is dat terrorist McVeigh geen meesterbrein is, maar het product van een verziekte geschiedenis. Deze ziekte diagnosticeren is waar de documentaire goed in slaagt. Een remedie voor de onmacht van de betrokken slachtoffers en daders blijft een etterend gemis.
An American Bombing: The Road to April 19th is te zien bij HBO Max.