The Whistlers
Recensie

The Whistlers (2019)

Hilarische neo-noir die het vooral moet hebben van absurde maar echt bestaande fluittaal.

in Recensies
Leestijd: 2 min 21 sec
Regie: Corneliu Porumboiu | Scenario: Corneliu Porumboiu | Cast: Vlad Ivanov (Cristi), Catrinel Marlon (Gilda) Rodica Lazar, Agustí Villaronga (Paco) Sabin Tambrea (Zsolt), e.a. | Speelduur: 97 minuten | Jaar: 2019

De fluittaal Silbo, wie kent hem niet? Het is een taal die letterlijk uit fluitklanken bestaat. Een taal die eigenlijk alleen maar wordt gesproken door een deel van de bevolking van het Canarische eiland La Gomera. Een taal die verrassend grappig klinkt. Toen de Roemeense regisseur Corneliu Porumboiu tien jaar geleden de taal hoorde voorbijkomen in een Frans televisieprogramma, wist hij meteen dat hij daar ooit een film mee wilde maken. Het eindresultaat is The Whistlers, een bij vlagen hilarische, absurde neo-noir vol verraad en plottwists.

Het Silbo (of Silbo Gomero) is een logisch onderwerp voor Porumboiu, een verdere stap in zijn fascinatie met taal, die in veel van zijn films terugkomt. Hoogtepunt tot nu toe daarvan was de sleutelscène in Police, Adjective., waarin een politieagent en zijn meerdere een heftige discussie voeren over het absurde en/of het realistische van een specifieke wet, compleet met wet- en woordenboek. Deze absurditeit is kenmerkend voor Porumboiu's oeuvre (denk ook aan The Treasure of Infinite Football).

Zoals wel meer goede (neo-)noirs begint The Whistlers middenin het verhaal, waarna het (over)gecompliceerde plot wordt uitgelegd via flashbacks. Of deze echt voor uitleg zorgen valt te betwisten. Om precies te doorgronden wat er allemaal gebeurt en gebeurd is, wie wie op welke manier verraadt of juist eigenlijk trouw blijft en wat de motivaties van verschillende hoofdpersonen zijn (en mogelijk veranderen) moet je de film allicht een tweede of derde keer zien. Dat mag de pret echter niet drukken.

Die pret komt grotendeels voort uit Silbo, een fluittaal waarin puur met klanken wordt gecommuniceerd. Corrupte politieagent Cristi arriveert in de openingsscène op La Gomera, om de taal te leren. Zodat hij en femme fatale Gilda (vernoemd naar de gelijknamige filmnoirklassieker uit 1946) met elkaar kunnen communiceren zonder dat de politie doorheeft dat ze met elkaar praten, wanneer ze weer terug naar Roemenië gaan om crimineel zakenman Zsolt uit de gevangenis te bevrijden. Want hij is de enige die weet wat er met de dertig miljoen is gebeurd, een geldbedrag dat toebehoort aan de Spaanse gangsters die Cristi leren fluitpraten.

Porumboiu heeft aangegeven dat hij The Whistlers duidelijker had kunnen maken, maar dat dit het ritme uit de film haalde en dat het de film juist ten goede komt als je verward raakt in de chaos. Want de hoofdpersonen raken dat ook, en voor hen wordt het fluiten een manier om uit die chaos te komen. De filmmaker heeft geen ongelijk. The Whistlers werkt het beste als je accepteert dat je op een gegeven moment het verhaal niet helemaal meer begrijpt (of kunt begrijpen). Dan kun je optimaal genieten van de absurditeit van zowel het verhaal als de fluittaal.