Er valt onmogelijk op te boksen tegen de enorme bakken geld van de Amerikaanse en Japanse animatie-industrie, maar de Belg Ben Stassen komt heel dicht in de buurt van de kwaliteit die enkel met grote budgetten haalbaar is. Hem wordt echter weleens verweten dat hij de kunst te veel afkijkt. Zo doen de schildpadden in Sammy's Adventure wel erg denken aan die van Finding Nemo.
Hiermee doe je Stassen en zijn werk geen recht, want de filmmaker probeert wel degelijk zijn producties van een eigen smoel te voorzien. Bovendien heeft zijn animatiestudio een constante stroom aan projecten, waar Stassen altijd wel op een of andere manier aan verbonden is als regisseur. Het nieuwste werkje richt zich opvallend genoeg vooral op de Amerikaanse markt waar Bigfoot nog steeds een levende mythe is.
Het draait in deze prachtig geanimeerde familiefilm allemaal om de puber Adam die nou niet bepaald lekker ligt bij zijn leeftijdsgenoten. Voortdurend moet Adam, die toen hij nog heel klein was zijn vader verloor, de pestkoppen van zich afslaan. Als zijn moeder zijn kapsel kort moet knippen omdat er kauwgom in gegooid is, komt Adam tot de ontdekking dat zijn haar wel heel snel aangroeit.
Daar komt tot overmaat van ramp ook nog eens de ontdekking bij dat Adams moeder al die jaren tegen hem gelogen heeft. Zijn vader is namelijk helemaal niet dood, maar leeft diep verborgen in de bossen. Adam zoekt zijn dood gewaande pa op en komt erachter dat hij een bigfoot is en zich daarom verborgen moet houden. Tijd om de banden tussen vader en zoon opnieuw aan te halen.
Bigfoot Junior is een grote metafoor voor volwassen worden en uniek zijn. Adam komt er namelijk al snel achter dat hij veel bijzondere kwaliteiten heeft geërfd van zijn vader. En laten dit nou juist de kwaliteiten zijn waarmee hij gepest wordt. Heel veel moeite om de moraal te vinden hoef je niet te doen, want de schrijvers hebben het er dik opgelegd.
Toch wordt thematiek niet voortdurend vastgehouden, noch komt deze overal even sterk naar voren. Zoals in veel van zijn werk plamuurt Stassen zijn scènes vol met popliedjes, alsof hij de stilte zo ver mogelijk op afstand wil houden. Dit werkt incidenteel best in een animatiefilm, maar Stassen en zijn coregisseur passen het middel te overdadig toe. Om dit verder aan te kleden wordt een keur aan obligate sidekicks opgevoerd die moeten zorgen voor de humor.
Bovendien dient Adams ontdekking met name als kapstok om zo veel mogelijk actie aan op te hangen. Op zich niets mis mee, ware het niet dat tijdens deze momenten de ontwikkeling van de personages compleet stil komt te staan. Op verhaaltechnisch vlak kan Bigfoot Junior zich niet meten met de grote jongens van Pixar. Dit is dan ook het punt waar de Belg nog aan mag werken. Voordeel is dat hij geen enorme budgetten nodig heeft om een aantal goede scenaristen aan te trekken.