De vijftienjarige Oliver Tate is een fantastisch individu. Hij is slim en sociaal capabel. Althans, dat vindt hij zelf. In werkelijkheid is Oliver Tate niet populair en woont hij met zijn depressieve vader en overbezorgde moeder in een uithoek van Wales. En misschien wel het belangrijkste van alles: hij is nog maagd.
Richard Ayoade (Moss uit de tv-serie The IT Crowd) maakt met dit speelfilmdebuut een wereld in een wereld en die wereld heet Oliver Tate. Deze tiener is heerlijk vol van zichzelf, maar zijn werkelijkheid loopt parallel aan de echte. Hij moet zich net als alle andere tieners staande zien te houden en langzaam volwassen zien te worden. Oliver doet dat onbeholpen, maar berekenend. Zo wordt het tijd dat hij een vriendin krijgt, maar niet omdat hij per se achter de meiden aan wil, maar omdat hem dat populariteit oplevert.
De herfstachtige setting past bij het gemoed van Oliver, die er met zijn houtje-touwtjejas uitziet als een Britse modeltiener uit de jaren tachtig. Ayoade benadert dit decennium herkenbaar: de buurman heeft een lange mat en stekeltjeshaar, films worden thuis op videoband gekeken en voor het vermaak gaan tieners nog gewoon naar buiten. De omgeving van het dorp waar Oliver woont lijkt echter weinig stimulerend te zijn voor welke tiener dan ook.
Submarine doet als coming-of-agefilm denken aan Donnie Darko. Donnie en Oliver zijn beiden zonderlinge figuren en kampen met dezelfde problemen die horen bij het volwassen worden. Meisjes zijn onlosmakelijk verbonden met hun jeugd. De meid die Oliver aan de haak slaat is niet onknap (ze heeft alleen maar wat eczeem) en net niet populair genoeg om onbereikbaar te zijn. Hun kalverliefde is net zo vreemd als aandoenlijk. Ze steken dingen in de fik, steken rotjes af en struinen over verlaten terreinen. In de verte herinnert het misschien wel aan je eigen eerste kalverliefde en vooral de onzekerheid die daarbij hoorde.
Ondertussen moet Oliver ook het huwelijk van zijn ouders redden. Hij houdt bij hoe vaak ze seks hebben (nooit). Zijn moeder gaat mogelijk vreemd met de hippiebuurman. De wraak die de tiener neemt, is kort maar krachtig: de plas kots die hij op de motorkap van de buurman achterlaat, wordt door een regenbui weggespoeld nog voordat hij er last van kan hebben.
Het is tekenend voor de hoofdpersoon. Niets loopt precies zoals hij wil, ondanks zijn op papier planmatige aanpak van het leven. Ayoade maakt hiermee een tragikomedie zonder tragedie, want zelfs door het drama van Submarine sijpelt ironie. Deze wordt overigens meestal letterlijk uitgesproken door de voice-over van Oliver, aangezien hij zich ondanks zijn ego bewust is van zijn falen. De onbeholpenheid, de aandoenlijkheid en vooral die ironie maken Submarine genietbaar in de grootste zin van het woord.