Geregeld worden jagers aan de publieke schandpaal gehangen wanneer zij op social media breed glimlachend een kiekje delen van hun vangst. Zo ook de Amerikaanse tiener Aryanna Gourdin die trots poseerde met een giraffe die zij had doodgeschoten tijdens een reisje naar Afrika of tandarts Walter Palmer die Cecil, de bekendste leeuw van Zimbabwe, doorboorde met kogels tijdens zijn plezierjacht. In de documentaire Safari van de Oostenrijkse filmmaker Ulrich Seidl komen deze veel besproken foto's tot leven en leren we de achtergronden en beweegredenen kennen van deze plezierjagers. Een controversieel onderwerp; wie kan dit nou over zijn hart verkrijgen én waarom?
Seidl volgt in zijn documentaire een groep vermogende Europeaanse plezierjagers die op de Afrikaanse steppelandschappen op zoek zijn naar de kick en spanning van het doden van wild. Weer eens wat anders dan golf of hockey. Stille pasjes door het struikgewas, opperste concentratie, goed mikken en dan schieten. Raak. Een gnoe valt hopeloos dood neer. Met uiterste precisie wordt de buit gepositioneerd om er een trotse foto van te maken. De hoorns worden nog wat extra besprenkeld met water zodat ze mooi glanzen op de foto, de vacht nog een beetje bij gekamd en een steen onder de kop moet zorgen voor de juiste modelhouding bij het dode dier. Er wordt net zo veel tijd en aandacht aan besteed als een tiener aan het maken van een selfie.
Het moge duidelijk zijn dat deze documentaire voor echte dier- en natuurliefhebbers geen aanrader is. Seidls film zit vol met dergelijke expliciete beelden van de jacht en houdt zich niet in om alle bijbehorende facetten tot in detail te laten zien aan zijn kijkers, afgewisseld met korte interviews met de jagers zelf. Seidl laat in zijn Safari dus louter en alleen de stroopavonturen van deze groep toeristen zien en geeft hen uitgebreid de tijd om openhartig over hun sport te vertellen voor zijn draaiende camera. We horen geen tegengeluiden en er worden geen woorden vuil gemaakt door buitenstaanders aan dit in beginsel ethische vraagstuk. Seidl oordeelt niet, dat laat hij aan de kijker zelf over. De hobbyjagers reflecteren alleen zelf hun daden, maar die zijn zich van geen kwaad bewust. Zij zien zichzelf haast als goddelijkere schepsels dan Artemis en genieten geëmotioneerd van de creperende beesten wier leven zij voor hun ogen weg zien ebben.
Volgens de Europeanen helpen zij simpelweg de natuur een handje en zijn ze ook nog eens goed voor de lokale economie. Een jachttoerist levert naar eigen zeggen veel meer geld op voor de Afrikaanse bevolking dan een doorsnee toerist. Seidl snijdt deze relatie tussen de plezierjagers en de Afrikaanse bevolking zijdelings aan in zijn documentaire. Kenmerkend is vooral dat het de rijke witte toeristen slechts gaat om het bevredigen van hun oergevoelens door een kogel door een zebra of impala te jassen, de zwarte lokale bevolking mag vervolgens het vuile werk doen. Een zojuist doodgeschoten giraffe wordt in een krot ontdaan van zijn schitterend gevlekte huid en leegplukt door de Afrikanen, die na afloop lekker het laatste vlees van de wervels kunnen afvreten. Allemaal vrij gruwelijke en aangrijpende omstandigheden, die maar moeilijk te aanschouwen zijn.
Een jageres merkt op dat zij de huidige gang van zaken in de vleesindustrie erger vindt dan haar plezierjacht. Ze snijdt daarmee nog een gevoelig onderwerp aan. In hoeverre heb je als vleesetende burger eigenlijk recht van spreken in deze discussie? Waarom is het doden van een leeuw wel zielig en hebben we minder moeite met het afslachten van duizenden koeien en varkens? In essentie draait het allemaal om hetzelfde: de mens doodt een dier. Het is een interessante invalshoek, die maar even wordt aangehaald in Seidls eenzijdige documentaire. Noem Seidls werk gerust 'een natuurgetrouw portret van de plezierjager'. Iedereen zal er wel iets van vinden, maar stof tot nadenken geeft de documentaire niet echt. Dat komt ook omdat de plezierjacht op Afrikaans wild al uitgebreid in de media behandeld is. Tegenstanders zullen zich na het bekijken van de film alleen gesterkt zien in hun opvattingen.
Seidls Safari voegt in feite dus weinig toe aan de discussie, vooral omdat de documentaire diepgang mist en het verhaal minimaal is. Seidl werkt met veel statische en langdradige shots, wat ook weer wel typerend is voor de geduld vergende jacht, maar het maakt het daardoor niet bepaald aantrekkelijk om te bekijken. Na de zoveelste kogel die uit het jachtgeweer knalt en de zoveelste poging tot goedpraterij van de Bourgondische levensgenieters, is het punt wel duidelijk. De mens wordt geschetst als bloeddorstig roofdier, puur voor eigen genot op zoek naar een zwakkere prooi in de natuurlijke hiërarchie. Jammer dat de discussie an sich interessanter is dan de documentaire die de discussie moet aanwakkeren. Seidl schiet dus overduidelijk niet in de roos.