Michael Moore is de succesvolste en bekendste documentairemaker ter wereld. Dit komt deels doordat hij onderwerpen behandelt die mensen aanspreken, maar vooral ook doordat hij zelf altijd zo aanwezig is in zijn films. Twintig jaar nadat hij voor het eerst volgens zijn bekende werkwijze een maatschappelijk probleem probeerde aan te kaarten in Roger & Me, pakt hij net als in die film de falende Amerikaanse economie aan. Hierbij is hij veel minder te zien dan voorheen (wel te horen overigens), wat de film ten goede komt. Het levert een boeiende aanklacht tegen de rijkeren der aarde op, volgens Moore verantwoordelijk voor de huidige crisis. Het is dit keer verre van grappig, omdat de absurditeiten die aangekaart worden vrij schrijnend zijn, en een stuk minder vergezocht dan bijvoorbeeld Fahrenheit 9/11.
In 2008 begon Moore aan een nieuw project, dat over de Amerikaanse grabbelcultuur moest gaan en hoe gewone mensen daar het slachtoffer van waren terwijl de mensen die al het geld al hadden er nog meer van profiteerden. Tijdens het filmen stortte de wereldeconomie in en richtte Moore zich daar op. De kritiek die hij al had op het kapitalistische systeem werd daardoor ineens een stuk sterker. Tegelijkertijd gaf het hem de mogelijkheid zelf minder op de voorgrond te treden, een groot voordeel. De scènes waarin hij dat nog wel doet, zijn misschien wel geinig, maar toch de minste van de film. Moore die voor een gebouw staat en niet binnen gelaten wordt of genegeerd wordt door mensen die hij op straat probeert aan te spreken: het zijn zo langzamerhand trucjes geworden die we al zo vaak gezien hebben.
Gelukkig blijft het dit keer beperkt tot enkele scènes waarin Moore bij de grote banken langsgaat met een zak geld voor het volk en grote bankiers probeert te arresteren. Het zijn wel de luchtigste scènes geworden, doordat de rest van de film vrij serieus is. Moores gewoonte om absurde regelingen aan het licht te brengen leverde vroeger nog wel eens iets om te lachen op, maar het lachen vergaat je bij bijvoorbeeld de Dead Peasants-verzekering, waarbij bedrijven miljoenen opstrijken na het overlijden van laagbetaalde werknemers terwijl de familieleden achterblijven met schulden en ziekenhuisrekeningen. Het is een van Moores sterkste argumenten tegen de excessen van het kapitalisme en hij heeft er geen suggestieve montage of voice-over voor nodig: close-ups van de documenten zijn afdoende.
Een van de andere hoogtepunten van de film gaat over de beruchte bailout waarbij de banken en andere financiële instellingen eind 2008 zeven biljoen dollar kregen. De Goldman Sachsgroep kreeg hier vijfentachtig miljard van. Het probleem? De zeer kleine groep mensen die de bailout bedachten en op een zeer geniepige manier door de regering loodsten, bestaat grotendeels uit ex-medewerkers van Goldman Sachs en andere financiële instellingen. De ene hand wast de andere en de midden- en onderklasse mogen voor de problemen opdraaien. In scènes waarin mensen hun huis uitgezet worden, komt dit sterk naar voren.
Moore laat regelmatig feiten voor zichzelf spreken en verliest zich niet meer in de vergezochte verbanden die zijn laatste films zo opbraken. Ook hemelt hij nu eens nauwelijks slecht onderzochte voorbeelden uit het buitenland op, een ander bekend mankement van hem. Het finale argument van Moore is desondanks niet zo sterk. Moore zet kapitalisme niet tegenover socialisme, maar tegenover democratie. Want, zo beargumenteert hij in de film vrij overtuigend, het kapitalisme creëert uiteindelijk een oligarchie van rijke mensen. Hij plaatst echter toch nog vrij veel vertrouwen in de nieuwe president Obama, alsof die het systeem echt zou kunnen veranderen, en hij komt op de proppen met enkele losse voorbeelden van hoe het wel zou moeten, maar dat lijken toch meer incidenten te zijn dan concrete oplossingen voor de toekomst. En tot slot laat Moore het na om verband te leggen tussen de hedendaagse consumptiecultuur, waar alle lagen van de bevolking schuldig aan zijn, en de economische malaise. Desalniettemin is Capitalism: A Love Story dankzij Moores verrassend bescheiden optreden en de urgentie van het onderwerp een zeer boeiende documentaire.