De wereld van computeranimatie wordt al jaren gedomineerd door de prachtfilms van Pixar. Visueel hoogstaand werk, volgestopt met originele humor, en altijd beklijvend vanwege een universele boodschap voor kinderen én volwassenen. Opmerkelijk genoeg leverde de studio met Cars 2 en Brave heel middelmatige films af. Het is nog niet gezegd dat Pixar zijn magie aan het verliezen is, maar andere maatschappijen staan in ieder geval al te trappelen om hun plek over te nemen. Dreamworks laat met The Croods zien dat ze op de goede weg zitten. Na redelijk vermakelijke films komt de studio nu met hun beste werk in jaren.
Sinds instant klassieker Shrek laat Dreamworks merken dat hun kracht voornamelijk zit in uiterst creatieve humor. Dat heeft amusante films als Shark Tale, Madagascar en Bee Movie opgeleverd, maar toch miste er vaak iets. Echte ontroering wist How To Train Your Dragon pas op te roepen, hoewel daar de scherp gevonden grappen weer minder aanwezig waren. Met The Croods is er nu de perfecte mix van die twee gevonden. Dit is een animatiefilm vol hilarische ideeën die tegelijkertijd op een hartroerende finale aanstuurt.
De prehistorische Croods slijten hun dagen in een donkere grot, die ze alleen durven te verlaten om eten te vinden. Vader Grug wil zijn gezin zo veel mogelijk beschermen voor de buitenwereld en heeft het daarom vooral druk met zijn avontuurlijke oudste dochter. Wanneer een aardverschuiving hun huis verpulvert, moet de familie noodgedwongen op zoek naar een nieuwe plek. Gelukkig dient Guy zich aan, een intelligente jongen die de familie door de nieuwe wereld heen loodst, tot grote ergernis van Grug.
Het uitgangspunt van The Croods, waarin het kleine groepje mensen uit de prehistorie op pad gaat om een nieuwe woonplek te vinden, is vrij simpel, maar de makers weten met een flinke dosis vindingrijkheid de vaart erin te houden. Ze hebben zich duidelijk met veel enthousiasme uitgeleefd om het stenen tijdperk tot leven te brengen. Naast de fantasievolle scenaristen laten ook de animatoren hun onmiskenbare kwaliteiten zien, met een mooie mengeling van cartoon en fotorealisme. De 3D-effecten tonen met name hun meerwaarde in sequenties waarin stofdeeltjes of paardenbloempluisjes de zaal in waaien.
Naarmate de film vordert, wordt ook duidelijk dat dit niet alleen maar een hele leuke komedie is, maar ook een pakkende film over naastenliefde en de noodzaak om soms een onbekende sprong in het onbekende te durven nemen. Dat laatste wordt op een goed gevonden wijze gevisualiseerd in de climax. Is dat het werk van co-scenarist Chris Sanders, die al eerder meeschreef aan de klassiekers Aladdin en The Lion King? Of zou het de hand zijn van gelauwerd cameraman Roger Deakins, die voor deze film als visueel consulent optrad? Hoe het ook mag zijn, het levert in zijn doeltreffende eenvoud een gedenkwaardige scène op.