Waar in de meeste kinderfilms het verhaal zichzelf vertelt, moet er in Tarzan een veel te prominente verteller aan te pas komen. Het wordt er vooral warriger van. Bovendien is het taalgebruik veel te formeel en passief en totaal niet afgestemd op de doelgroep. In deze film zijn personages geagiteerd in plaats van boos. Niet alleen de woorden, maar ook de stiltes zijn verkeerd gekozen. Op momenten dat tekst en uitleg erg prettig zouden zijn, zwijgen de personages.
Het verhaal wordt overgedramatiseerd verteld, maar echte gevoelens worden nauwelijks uitgesproken en alleen suggestief getoond. Ook sluiten tekst en beeld niet altijd op elkaar aan. Ondanks dat er veel gebeurt in de film en de gebeurtenissen elkaar snel opvolgen, voelt het tempo toch tergend traag. Wellicht omdat de personages weinig aan het woord zijn en er geen binding met hen ontstaat. De scènes die wel spannend zouden moeten zijn, vliegen echter in een oogwenk voorbij, waardoor een eventuele spanningsboog niet eens de kans krijgt zich te ontwikkelen.
Wat ook heel erg vreemd is, is dat Tarzan eerst nauwelijks kan praten en dan opeens bijna volzinnen spreekt. Het lijkt haast een wonder, want er is niet uitgebreid getoond dat hij de taal opnieuw leert of opeens weer weet dat hij mens is en kan praten. Het is een goed voorbeeld van het gebrek aan verbale of visuele uitleg.
De opzwepende, doch clichématige muziek zorgt dan wel weer voor de juiste stemming. Ook het animatiewerk is op veel vlakken goed. De natuur en de dieren zijn soms niet van echt te onderscheiden, al zien de mensen er wat minder realistisch uit. Het gebruik van 3D maakt de natuur nog indrukwekkender en realistischer en is daarmee een prettige toevoeging.
De stemacteurs zijn weinig overtuigend. Yolanthe Sneijder-Cabau valt niet tegen, maar van Jan Kooijman is vooral gezucht en gekreun te horen. Heel Nederland kan zich nu een voorstelling maken van hoe hij tussen de lakens klinkt. Wanneer hij wel tekst heeft, is de manier waarop hij doet alsof hij niet kan praten te overdreven waardoor het onecht klinkt. Freek Vonk tot slot heeft een te jeugdige en enthousiaste stem voor de oude Jim Porter. De vader van Jane is nou eenmaal geen jong bloempje meer en zou eerder moeten klinken als een doorleefde, ietwat gekke onderzoeker in plaats van als een piepjonge padvinder met ADHD.
Het meest opvallende was misschien nog wel de reactie van de vaders in de zaal, wanneer Tarzan zijn teleurstelling laat blijken op het moment dat Jane het licht in haar tent uitmaakt om zich om te kleden. Als dat het hoogtepunt van een film over Tarzan is, is dat bijzonder betreurenswaardig. Wellicht dat de jonge doelgroep minder kritisch staat tegenover deze teleurstellende adaptatie, maar om het zekere voor het onzekere te nemen kun je beter de dvd van Disneys Tarzan nog eens bekijken.