Dat het niet makkelijk is om blauw te zijn ondervond Blu drie jaar geleden in Rio. De uiterst zeldzame blauwe ara moest het aanleggen met de mooie soortgenoot Jewel om de toekomst van hun soort te garanderen. De twee konden het na wat strubbelingen goed met elkaar vinden, maar moesten uit de handen van een groep stropers en de klauwen van de omhooggevallen kaketoe Nigel zien te blijven. De combinatie van zon, strand, tropische setting en de wervelende muziek van Sergio Mendes maakte van het animatieavontuur een gegarandeerde feelgoodhit. Een vervolg kon dan ook niet uitblijven. Terugkerend regisseur Carlos Saldanha speelt op safe door de vertrouwde elementen en personages allemaal weer terug te laten keren en niet al te veel aan de formule te veranderen. Het gebrek aan durf drukt de pret nauwelijks.
Blu en Jewel zijn inmiddels de trotse ouders van drie brutale pubers. Net als hun vader heeft het drietal menselijke eigenschappen ontwikkeld en leven ze met hun baasjes in de rook van Rio de Janeiro. Zoals het gedomesticeerde vogels betaamt, bakken ze liever pannenkoeken en luisteren ze naar iPods dan dat ze pinda's lopen te kraken in een boom of kooi. Als natuurbeschermers en wetenschappers Linda en Tulio bij toeval op een enorme club blauwe ara's stuit wordt duidelijk dat Blu, Jewel en hun kroost toch niet zo zeldzaam zijn als al die tijd werd gedacht. Op zich goed nieuws, ware het niet dat de papegaaien worden bedreigd in hun leefomgeving. Het gedeelte van de Amazone waar de ara's leven, wordt bij bosjes gekapt. Blu en zijn gevederde vrinden laten het er niet bij zitten en besluiten hun soortgenoten te redden. Als de in het vorige avontuur getraumatiseerde Nigel echter lucht krijgt van de actie is hij uit op sabotage en zoete wraak.
Het plot van deze tweede Rio verschilt wezenlijk van de voorganger. Het loopt allemaal net wat minder soepeltjes, wat met name komt door de verschillende invalshoeken. Blu en Jewel maken kennis met hun soortgenoten en in het geval van Jewel zelfs met familieleden. Verder zijn er nog de boosaardige, hebzuchtige houthakkers die het leefklimaat van de vogels naar de gallemiezen willen helpen. De onderzoekers bemoeien zich er ook nog eens lekker tegenaan en dan is er nog de boze Nigel die de boel loopt te frustreren. Hierdoor is het allemaal een beetje vol geworden en is de verhouding tussen de verschillende plotelementen niet altijd even gebalanceerd.
Dit wordt weer goed gemaakt door de gevatte humor. Werkelijk geniaal is de smoorverliefde, knalroze gifkikker Gabi die er alles aan doet om bij baas Nigel in de smaak te vallen. Maar ja, ze is giftig dus fysiek contact is onmogelijk. De makers van Rio 2 vertrouwen grotendeels op de bestaande personages, maar de enkele bijfiguren die zijn toegevoegd zorgen voor extra humor en sjeu. Dat het plot - en dan met name de verhaallijn van een Shakespeare quotende Nigel - er wat bij in is geschoten, laat zich zo makkelijk vergeven. Dit gaat ook op voor de kleurrijke dans- en muziekscènes waarin regelmatig wordt uitgebarsten. Dikwijls komen deze sequenties uit de lucht vallen als het verhaal en dus de aandacht wat dreigt in te zakken, maar het is zo'n lust voor het oog dat je wel van steen moet zijn om niet de voetjes van de vloer te willen gooien.
Wat rest is de vraag of de makers er nog een keer mee weg komen als het onvermijdelijke derde deel in productie wordt genomen. Het antwoord laat zich gemakkelijk raden. Deze mediagenieke vogels kunnen nog wel een tijdje mee, al mag er nog wel wat meer aandacht komen voor een degelijk verhaal.