The Equalizer
Recensie

The Equalizer (2014)

Was het alweer tijd voor een remake van Man on Fire?

in Recensies
Leestijd: 4 min 14 sec
Regie: Antoine Fuqua| Cast: Denzel Washington (Robert McCall), Marton Csokas (Teddy), Chloë Grace Moretz (Teri), David Harbour (Masters), Johnny Skourtis (Ralphie) e.a.| Speelduur: 131 minuten | Jaar: 2014

Regisseur Antoine Fuqua is gefascineerd door personages die hun boekje te buiten gaan om het juiste te doen. Denk bijvoorbeeld aan de door Richard Gere gespeelde politieagent in Brooklyn’s Finest die zijn hele carrière de regels volgt, maar pas een heldendaad verricht wanneer hij vlak voor zijn pensioen op eigen houtje te werk gaat. Van hetzelfde laken een pak zijn Tears of the Sun en King Arthur, die allebei een hoofdpersoon hebben die de bevelen van hogerhand negeert en vervolgens de strijd aangaat met een barbaarse overmacht. Fuqua’s oeuvre bevat weliswaar volop variaties op dit thema, maar biedt zelden ruimte voor verkenning van de morele implicaties ervan. De schurken zijn tot op het bot verrot en de enige die ze kan bestrijden is een rechtschapen held tegen wil en dank. Had Fuqua vijftig geleden geleefd, dan zou hij waarschijnlijk aan de lopende band films met John Wayne hebben gemaakt.

Toch leek het ooit anders te worden. Fuqua brak namelijk door Training Day, waarin de zaken heel wat minder zwart-wit werden geschetst. In een Oscarwinnende rol was Denzel Washington te zien als corrupte narcotica-agent die volledig is doorgeschoten in het idee dat het doel de middelen heiligt. De enige die hem durft te stoppen, is een idealistische jonge agent die juist wél de regels volgt. De belofte die deze film met zich meebracht, heeft Fuqua nooit waar weten te maken; zijn latere werk is een toonbeeld van middelmatigheid. Het lijkt bemoedigend dat hij voor zijn nieuwste opnieuw gebruik mag maken van de kwaliteiten van Washington, maar helaas: The Equalizer is geen tweede Training Day. Het is eerder een oppervlakkige remake van Man on Fire.

The Equalizer bevat namelijk eveneens Denzel Washington als rechtschapen man met een schimmig verleden, die vanwege een jong meisje de strijd aangaat met allerlei gespuis. Ditmaal behoren die echter niet tot een Mexicaans misdaadsyndicaat, maar zijn het Russische maffiosi die Boston onveilig maken. Niet dat dit veel verschil maakt: enkel de taal die de zware jongens spreken is anders. Washingtons personage wijkt gelukkig iets meer af van het bekende. In plaats van een aan lager wal geraakte dronkenlap die door de vriendschap met zijn beschermelinge wat van zijn eigenwaarde herwint, is de door hem neergezette Robert McCall een man die zijn leven bijzonder goed onder controle heeft. Dat is onder meer te zien aan zijn spartaans ingerichte appartement; na de afwas staan in zijn afdruiprek niet meer dan één bord, één vork, één mes en één glas. Een duidelijk contrast met de overdaad waar maffiamensen zich graag mee omringen.

The Equalizer ontvouwt zich volgens de conventies van de vigilantefilm, maar mist een cruciaal element: het omslagpunt. We zien weliswaar McCalls eerste aanvaring, maar nooit wordt geheel duidelijk waarom hij nou eigenlijk het recht in eigen hand neemt. Hij wordt immers niet persoonlijk aangevallen, noch is er reden om aan te nemen dat hij zichzelf à la Taxi Driver tot waanzin drijft. Voor iemand wiens leven prima op orde is, zou een bezoekje aan een politiebureau niet ondenkbaar hoeven zijn, maar het bestaan van de politie wordt pas erkend nadat McCall al aan zijn eenmansstrijd is begonnen. Er blijkt dan sprake te zijn van corruptie, maar de omvang daarvan wordt nooit benoemd. Is het volledige politiekorps zodanig corrupt dat werkelijk niets anders rest dan individueel de misdaad te bestrijden? Voor alle duidelijkheid: de film speelt zich af in Boston, niet in Gotham City.

Een groter mankement is de totale afwezigheid van consequenties. Het zal niemand verrassen dat McCall zich niet zomaar gewonnen geeft, maar het is schokkend hoe absurd weinig de doorgaans goed geoliede maffiamachine tegen hem weet uit te richten. In een tijd waarin een Batman-film de escalatie die onherroepelijk voortvloeit uit het bevechten van criminele machten als belangrijkste thema hanteert, is The Equalizer in vergelijking weinig meer dan een ordinaire machofantasie die hopeloos achter de feiten aanloopt. Enkel de natuurlijke autoriteit van Denzel Washington maakt het mogelijk hier enigszins in mee te gaan, maar helaas kan Fuqua het niet laten constant de coolheid van zijn hoofdpersoon te moeten benadrukken. Slowmotion, rockmuziek, explosies op de achtergrond (waar onze held uiteraard niet naar omkijkt): alle clichés worden afgewerkt. Fuqua’s stilistische keuzes zorgen er zelfs voor dat het slotstuk niet het zinderende kat-en-muisspel is dat het zou moeten zijn, maar simpelweg een luidruchtig actiefestijn.

The Equalizer opent met een citaat van Mark Twain en refereert nog geen tien minuten later naar het werk van Ernest Hemingway. Dergelijke literaire verwijzingen geven vaker dan eens blijk van een ongepaste grootheidswaan en hier is dat niet anders. Fuqua is immers geen Twain of Hemingway; hij is zelfs geen Michael Bay. Wat hij wel is, is een grootleverancier van fastfoodfilms. Daar hoeft hij zich niet voor te schamen, want zijn maaltijden zijn best te eten en ze vullen de maag… maar erg voedzaam zijn ze niet. The Equalizer past wat dat betreft uitstekend in zijn oeuvre, al heeft hij betere gemaakt.