Wat de komst van de computer zeker heeft veroorzaakt is het herleven van het animatiegenre. Het is echter een misvatting om te denken dat het maken van een kwalitatief hoogstaande animatiefilm door de digitale vooruitgang makkelijker is geworden. Weliswaar helpt de pc een flink handje bij arbeidsrovende klussen als het tekenen van vierentwintig beeldjes per seconden, maar er komt nog steeds een heleboel vakmanschap en kennis bij kijken. De digitale animatiefilms schieten nog steeds als paddenstoelen uit de grond en door de overdaad aan producties wordt het helaas ook steeds makkelijker om het kaf van het koren te scheiden. De visuele kwaliteit is, enkele details daargelaten, over het algemeen uitstekend. Waar makers dikwijls de fout ingaan, is bij het scenario.
Dat is dan ook precies het euvel van het Amerikaanse The Nut Job, dat in ons land in de nagesynchroniseerde versie getiteld De Notenkraak in de bioscopen verschijnt. In het afgezaagde, langdradige verhaaltje draait het om een stel hongerige eekhoorns dat zich genoodzaakt ziet om tot criminele praktijken over te gaan. Het is namelijk voedselcrisis in het stadspark nadat de brutale eekhoorn Surly zichzelf onmogelijk heeft gemaakt bij de andere dieren. Het knaagdier heeft de wintervoorraad noten en de grootste boom van het park in rook laten opgaan. Het onvermijdelijke gevolg van zijn acties is dat Surly het park uit getrapt wordt. In ballingschap besluit de eekhoorn met zijn beste vriend, de zwijgzame rat Buddy, een notenwinkel te beroven om zo zijn eer te herstellen. De shop wordt door de menselijke uitbaters echter gebruikt als dekmantel voor een grote bankroof.
De Notenkraak, dat in handen was van de Canadees Peter Lepeniotis, is een samenwerkingsverband tussen Canada, de VS en Zuid-Korea. Dit laatste verklaart tevens waarom we ver na de houdbaarheidsdatum van de hype tijdens de aftiteling worden getrakteerd op oorwurm Gangnam Style. Het gebruik van de irritante Aziatische megahit toont precies aan waar het met Lepeniotis tweede avondvullende animatiefilm misgaat. Hij loopt namelijk hopeloos achter bij de concurrenten. Een jaartje of tien geleden had dit knaagdierenavontuur nog wel kans van slagen gehad, maar anno 2015 doet het achterhaald aan. Dit komt vooral door het zeer magere plot en de minimale karakteruitwerking. Lepeniotis rekt en strekt zo veel hij kan. De wilde capriolen die de aanloop vormen naar Surlys straf en waarbij een mobiele notenkraam de halve stad doorsjeest, zijn nog wel amusant maar duren veel te lang. Het vormt slechts de opmaat naar meer van hetzelfde, waardoor De Notenkraak een voortdurende herhaling van zetten blijkt te zijn.
Op het visuele vlak zit het nog wel snor, met lekker makkelijk uit elkaar te houden eekhoorns die allemaal hun eigen kleurtje hebben, maar het geheel ontbeert een eigen smoel. De makers van digitale animatiefilms (in het algemeen, maar De Notenkraak in het bijzonder) moeten echt eens wat meer inspiratie krijgen bij de vormgeving van hun personages. De mensen zien er nagenoeg hetzelfde uit als bij de concurrenten, maar ook de dieren waar het allemaal om draait, hadden net zo goed in een werkje van Pixar of DreamWork kunnen zitten. De rat Buddy lijkt zo uit de keuken van Ratatouille weggekropen bijvoorbeeld. De Notenkraak is de uitwerking van een kort filmpje van tien jaar geleden. Er wordt getracht nieuw elan aan de dierenwereld te geven door de beestjes het aan de stok te laten krijgen met ons mensen. Het gegeven is leuk bedacht, maar levert onvoldoende vuurwerk op. Er wordt eindeloos gevarieerd op hetzelfde thema, maar uiteindelijk zit de rivaliteit toch vooral tussen de dieren onderling. De incidentele scènes waarin het vooral om de bankrovers draait, houden de boel vervolgens onnodig op. De Notenkraak is als een zak gemengde noten die te lang in de voorraadkast heeft gelegen: taai, muf en flauw van smaak.