The King’s Gardens
Recensie

The King’s Gardens (2014)

Ingetogen kostuumdrama met Kate Winslet en Matthias Schoenaerts in de exorbitante tuinen van Versailles.

in Recensies
Leestijd: 2 min 18 sec
Regie: Alan Rickman | Cast: Kate Winslet (Sabine de Barra), Matthias Schoenaerts (André le Notre), Alan Rickman (Lodewijk XIV), Helen McCrory (Madame le Notre), Stanley Tucci (Philippe d’Orléans), e.a. | Speelduur: 117 minuten | Jaar: 2014

Over een grasheuvel wordt een boom versleept. De Zonnekoning verlaat het Louvre en neemt zijn hele hofhouding mee naar een exorbitant paleis in Versailles. Al voor zijn vertrek droomt hij over eindeloze tuinen die zijn grandeur over de hele wereld zullen verkondigen. En daar zijn goede hoveniers voor nodig. Hoveniers die een sprookjesachtige balans kunnen vinden tussen gedirigeerde ontwerpen en natuurlijke, wilde schoonheid. Eigenlijk heet deze film A Little Chaos, hoewel Rickman zelf keurig binnen de lijntjes kleurt.

Madame de Barra is de enige vrouw bij het sollicitatiegesprek bij monsieur Le Notre, een hovenier van wereldformaat. Het dedain spat van haar mannelijke rivalen af, terwijl haar tuinieridool zelf in het korte gesprek haar beschuldigt chaos boven orde te verkiezen – iets wat absoluut ongepast is bij de aanleg van de koninklijke tuinen. Toch blijkt Le Notre gecharmeerd van de vrouwelijke weelderigheid in Sabines tuin en staat ze niet veel later op de ruwe grond van Versailles. Een vrouw in een mannenwereld, die hard moet vechten om de vooroordelen van het hof van zich af te schudden.

Verder heeft The King’s Gardens niet heel veel om het lijf. Sabine wordt geplaagd door de herinnering aan een traumatisch incident en heeft zich als weduwe al lang afgesloten voor de mannelijke charmes om haar heen. Gelukkig is daar monsieur Le Notre, een getalenteerde man die niet alleen trouw, sexy en machtig is, maar ook nog eens een stiekem oogje laat vallen op de nieuweling aan het hof. De twee worden omringd door een scala aan mondaine personages, met als hoogtepunt de frivole en (niet zo) heimelijk homoseksuele hertog van Orléans die slechts viezigheid en modder ziet waar de meest majestueuze hoftuinen ter wereld worden aangelegd. De film is traag, ingetogen en weinig onvoorspelbaar. Het is interessant dat een dergelijk eenvoudig verhaal plaatsvindt aan het extravagante hof van het Franse koningshuis in de zeventiende eeuw, dat van intriges, overspel en groteske opsmuk aan elkaar hangt.

Het acteerwerk is om een kusje op te geven, dialogen zijn soms bevreemdend direct en het zweempje humor is aangenaam subtiel. Het is heerlijk om koning Lodewijk eindelijk eens zijn pruik af te zien doen, als hij zich in een simpel perentuintje moedwillig als alledaagse tuinman laat aanspreken. Op andere momenten is dit romantische kostuumdrama wat stoffig, een tikkeltje stijf en mist net dat vonkje dat het vuurtje kan ontsteken. Maar wat maakt het eigenlijk uit. Liefhebbers van Britse film, Franse hofcultuur, Kate Winslet, tuinieren of makkelijke wegkijkfilms zullen met The King’s Gardens een onderhoudende filmbeleving ervaren.



Lees ook het interview met Alan Rickman.